In 1870 werd Casper Deuning
achtentwintig jaar oud. Zijn een jaar oudere broer Frans en tien jaar jongere
broer Ferdinandus hadden evenals Casper een werkkring weten te vinden binnen de
suiker en koffie culturen in de omgeving van Soerakarta. Frans leverde incasso
hand en spandiensten voor landverhuurders zoals Dorrepaal, Dezentjé en van der
Linde. Casper was opgeklommen naar de rang van assistent-administrateur binnen
het familiebedrijf van zijn vriend John van der Linde die o.a. de suikerfabriek
van Tjokrotoeloeng bestierde en tevens handelden in onderdelen voor machines
die in de suiker en koffie industrie werden gebruikt. De Deuning broers hadden
gezamenlijk geïnvesteerd in een dessa op het huurland Kaliwingko op een paar
kilometer van Soerakarta waar zij meer rijst konden verbouwen dan nodig was om
de familie te voeden.
De aanleg van de spoorlijn vanaf 1862 had de economie
maar ook de westerse invloeden een grote impuls gegeven. Het inwoneraantal van
Soerakarta was in tien jaar tijd verdubbeld en er waren kampongs afgebroken om
plaats te maken voor nieuwe kantoren, winkels en vrijstaande woonhuizen voor
Europeanen en Chinezen die goed geld hadden verdiend. Binnen de muren van de grote
kraton zorgde de ruime toelagen vanuit het gouvernement voor een ongekende
bloei van de Javaanse cultuur die steeds meer de belangstelling begon te wekken
van de westerse vreemdelingen. De Keizers en de prinsen van de beide
vorstenlanden mochten immers geen oorlogen meer voeren.
Binnen de kraton werden studies verricht die terug gingen naar de oude Mataramse cultuur uit de negende en tiende eeuw. De oude sagen en legenden werden aangevuld met nieuwe verhalen en artistieke uitingen zoals het bewerken van zilver en andere kostbare materialen, weven, stofdrukken met oude motieven en het houtsnijwerk uit de kustplaats en regentschap Japara waar de Engelsen, Hollanders, Portugezen en zelfs de Denen vanaf 1600 al zaken deden. Maar ook het islamitische gedachtegoed kreeg steeds meer invloed op het denken en doen van de kraton bewoners.
Binnen de kraton werden studies verricht die terug gingen naar de oude Mataramse cultuur uit de negende en tiende eeuw. De oude sagen en legenden werden aangevuld met nieuwe verhalen en artistieke uitingen zoals het bewerken van zilver en andere kostbare materialen, weven, stofdrukken met oude motieven en het houtsnijwerk uit de kustplaats en regentschap Japara waar de Engelsen, Hollanders, Portugezen en zelfs de Denen vanaf 1600 al zaken deden. Maar ook het islamitische gedachtegoed kreeg steeds meer invloed op het denken en doen van de kraton bewoners.
Japara is de geboorteplaats
van de Javaanse schrijfster Raden Adjeng
Kartini die zich opgesloten en vaak diep ongelukkig voelde. Zij schreef als
twintig jarige in 1899 als volgt:
- En als de wetten van mijn land
zulks zouden toelaten, zou ik niets liever willen en doen, dan me geheel te
geven aan het werken en streven van de nieuwe Vrouw in Europa. Eeuwenoude
tradities echter, die niet zoo maar af te breken zijn, houden ons in haar
stevige armen gekluisterd. Eens ja, zullen die armen ons loslaten, maar die
tijd ligt nog verre van ons—zoo eindeloos ver! Hij zàl komen, dat weet ik, doch eerst drie, vier geslachten na ons. O! U weet niet wat
't is den jongen, den nieuwen tijd, úw tijd, lief te hebben met hart en ziel,
terwijl je nog aan handen en voeten gebonden, vastgeketend bent aan de wetten,
gebruiken en gewoonten van je land, waaraan 't niet mogelijk is te ontkomen. En
de gebruiken en gewoonten van ons land staan lijnrecht tegenover het nieuwe,
dat ik graag in onze Maatschappij zou ingevoerd zien.
- Dag en nacht peins en zin
ik op middelen om tòch aan de strenge zeden en gewoonten van mijn land te
kunnen ontsnappen, doch ... de oude Oostersche tradities zijn wel hecht en
sterk, maar ik zou ze toch van mij kunnen afschudden, verbreken,—ware het niet,
dat een andere hechtere en sterkere band dan eenige eeuwenoude traditie mij aan
mijne wereld bond: de liefde, die ik heb voor hen, die mij het aanzien
schonken, aan wie ik àlles, àlles te danken heb.
- Mag ik, heb ik het recht wel, om hen, die mij mijn leven lang niets dan liefde en goedheid betoonen en mij omringen met de trouwste zorgen, het hart te breken? Hunne harten zou ik breken, wanneer ik aan mijn verlangen toegaf en deed waar heel mijn wezen naar smacht, bij iederen polsslag, bij elke ademhaling. -
- Mag ik, heb ik het recht wel, om hen, die mij mijn leven lang niets dan liefde en goedheid betoonen en mij omringen met de trouwste zorgen, het hart te breken? Hunne harten zou ik breken, wanneer ik aan mijn verlangen toegaf en deed waar heel mijn wezen naar smacht, bij iederen polsslag, bij elke ademhaling. -
De innerlijke worsteling die
de Javaanse Kartini doormaakt zal niet veel hebben verschild van de
Indo-Europeaan zoekend naar een eigen identiteit en tegelijkertijd niet wetend
wat zijn positie is vanwege wetten en sociale regels die geen ruimte bieden aan
de ontwikkeling van halfbloedigen. Pas na de inval en bezetting door Japan
kregen de Javanen de kans om hun positie opnieuw te bepalen. De Indo’s werden
na het vertrek van de Japanners opnieuw voor de keuze gezet. Volledig
integreren in Indonesië of anders in Nederland.
De politieke discussies in Nederland vanaf 1848 over de veranderingen die nodig waren binnen het cultuurstelsel hadden ook Soerakarta in 1870 bereikt. Voor Casper en zijn broers betekende dat niets meer en minder dan zich aanpassen aan een nieuwe wijze van zaken doen. Als Indo’s die bijzonder goed op de hoogte waren van de lokale talen en culturen waren Casper en zijn broers zeer waardevol als bron van kennis voor de particuliere investeerders en gelukzoekers uit Nederland die door de invoering van Agrarische en de Suiker wetten onontgonnen gronden in erfpacht mochten nemen. Hierdoor werd het grondbezit van de inlandse bevolking weliswaar gewaarborgd maar dat maakte nog geen einde aan de uitbuiting.
De politieke discussies in Nederland vanaf 1848 over de veranderingen die nodig waren binnen het cultuurstelsel hadden ook Soerakarta in 1870 bereikt. Voor Casper en zijn broers betekende dat niets meer en minder dan zich aanpassen aan een nieuwe wijze van zaken doen. Als Indo’s die bijzonder goed op de hoogte waren van de lokale talen en culturen waren Casper en zijn broers zeer waardevol als bron van kennis voor de particuliere investeerders en gelukzoekers uit Nederland die door de invoering van Agrarische en de Suiker wetten onontgonnen gronden in erfpacht mochten nemen. Hierdoor werd het grondbezit van de inlandse bevolking weliswaar gewaarborgd maar dat maakte nog geen einde aan de uitbuiting.
Casper zou als zoveel Indo’s zich behoedzaam hebben bewogen tussen
de inlandse en Europese culturen en zal zich voordturend hebben afgevraagd waar
hij zich het beste bij ‘thuis’ zou voelen. Van huis uit katholiek en naast de
inlandse talen ook Nederlands sprekend en lezend. Luisterend naar de gesprekken
van zijn Hollandse bazen, Indische kranten lezend en voorzien van een zeer hoog
percentage inlands bloed zal hij net als Raden Adjeng Kartini gezocht hebben
naar een ‘eigen identiteit’ die het oude zou behouden en het nieuwe zou
toelaten om alsnog te kunnen slagen binnen de moderne en op het kapitalisme
gebaseerde cultuur van de Hollanders.
Casper wilde onder geen voorwaarde ‘dat bastaard kind van soldaat Deuning’ blijven. Op het werk zal hij zich zo aangepast mogelijk gedragen hebben. Maar ’s avonds keerde hij toch weer terug naar huis waar in de dapoer de heerlijkste Javaanse hapjes waren bereid.
Casper wilde onder geen voorwaarde ‘dat bastaard kind van soldaat Deuning’ blijven. Op het werk zal hij zich zo aangepast mogelijk gedragen hebben. Maar ’s avonds keerde hij toch weer terug naar huis waar in de dapoer de heerlijkste Javaanse hapjes waren bereid.
Als koloniale soldaat
of particuliere gelukszoeker verloor je niet alleen je stemrecht door de verhuizing
maar ook vaak je maagdelijkheid als je eenmaal in Indië was aangekomen. Door de
heersende armoede in de Indo-Europese en inlandse kampongs was het vinden van
een meisje of jonge vrouw geen enkel probleem. Als zij beviel dan werd zij een
bediende of in het gunstigste geval een Njai. Een meisje wat eenmaal ontmaagd
was door een Europeaan zal gemeend hebben dat zij en haar familie in minder
armoedige omstandigheden zouden komen.
Toen al, zullen er veel halfbloed kinderen verlaten zijn door hun weer naar hun vaderland terugkerende Europese vaders die nooit meer naar hen om zouden kijken. Deze kinderen tellen niet mee in de ‘Indo statistieken’ en zullen zijn verdwenen in de inlandse gemeenschappen waar af en toe een jongen rond zal hebben gelopen die Henk of Johan genoemd zonder dat de generaties daarna wisten waarom hij zo genoemd werd.
Toen al, zullen er veel halfbloed kinderen verlaten zijn door hun weer naar hun vaderland terugkerende Europese vaders die nooit meer naar hen om zouden kijken. Deze kinderen tellen niet mee in de ‘Indo statistieken’ en zullen zijn verdwenen in de inlandse gemeenschappen waar af en toe een jongen rond zal hebben gelopen die Henk of Johan genoemd zonder dat de generaties daarna wisten waarom hij zo genoemd werd.
De kort durende zoete
omhelzingen met de inlandse meisjes brachten niet alleen kinderen voort maar
ook geslachtsziekten. Behandeling met penicilline was toen nog niet mogelijk.
Er werden zalfjes en smeersels gemaakt van sandelhout maar
dat was een kostbare aangelegenheid waar de Javaanse vrouwen geen geld voor
hadden. Gewezen inlandse vrouwen met halfbloedkinderen hadden niet makkelijk
bij terugkeer in de kampong zij werden gediscrimineerd en hun kinderen werden
soms afgenomen omdat een christenkind het nooit goed zou kunnen doen in een
islamitische omgeving. Er werden door het gouvernement of kerkelijke instellingen
weeshuizen gebouwd (Soerabaja
1854) waar de Indo jongens en meisjes opgeleid zouden kunnen worden tot
werkman of dienstmeisjes.
Een taak die de broeders en zusters uit verschillende christelijke stromingen op zich namen met als ander doel een tegenwicht te kunnen vormen tegen de oprukkende islamisering van de Javaanse gemeenschap. Het waren uiteraard niet alleen maar halfbloedjes van Nederlandse vaders. De Europese gemeenschap bestond in die periode uit ‘vreemde snoezen’ zoals Fransen, Duitsers, Portugezen, Italianen, Hongaren uit Arabische landen of met een Chinese achtergrond. De bijna een miljoen Indo nakomelingen in Nederland zullen er daarom rekening mee moeten houden dat een flink gedeelte onder hen meer dan een flinke scheut exclusief Hollands DNA in zich zullen herbergen. Het is mij niet bekend of Casper nog andere kinderen heeft geproduceerd voordat hij met zijn geliefde Djeminem gaat samen wonen. Hun eerste kindje Dolly is in 1877 geboren.
Een taak die de broeders en zusters uit verschillende christelijke stromingen op zich namen met als ander doel een tegenwicht te kunnen vormen tegen de oprukkende islamisering van de Javaanse gemeenschap. Het waren uiteraard niet alleen maar halfbloedjes van Nederlandse vaders. De Europese gemeenschap bestond in die periode uit ‘vreemde snoezen’ zoals Fransen, Duitsers, Portugezen, Italianen, Hongaren uit Arabische landen of met een Chinese achtergrond. De bijna een miljoen Indo nakomelingen in Nederland zullen er daarom rekening mee moeten houden dat een flink gedeelte onder hen meer dan een flinke scheut exclusief Hollands DNA in zich zullen herbergen. Het is mij niet bekend of Casper nog andere kinderen heeft geproduceerd voordat hij met zijn geliefde Djeminem gaat samen wonen. Hun eerste kindje Dolly is in 1877 geboren.
Toch zal ook Casper voor dat
hij met Djeminem ging samenleven wel eens uit andere suikerpotjes gesnoept
hebben. De losse zeden en moraal uit die periode werden pas door de komst van
de kerken in nieuwe in strakkere banen geleid. Biseksualiteit en
homoseksualiteit werden pas veel later dan in Nederland in het Indisch
Strafrecht opgenomen. Het werd ook oogluikend toegestaan omdat er tenminste
geen kinderen van kwamen. Op Sumatra verzuchtte een planter dat hij ondanks
wettelijke bezwaren toch maar een bordeel toe zou laten op zijn plantage omdat
hij horensdol werd van het ’gesodomiseer’
onder de Chinese en Javaanse koelies die ’s avonds vochten om het verlies van
hun vriendjes aan andere collega’s. In de haven van Batavia waren vele
ontmoeting plaatsen voor buitenlandse matrozen die een knappe inlandse jongen
zochten of een travestiet.
In beginsel golden de nieuwe regels omtrent zedelijk gedrag alleen voor de hogere blanke regionen en zouden pas in een later stadium door Indo-europese bevolkingsgroepen overgenomen worden om op die wijze alsnog een carriere te kunnen maken en om ‘geïntegreerd’ over te kunnen komen. Hieraan kan nog toegevoegd worden dat de zo bekende ‘Indische zwijgzaamheid’ ook gerelateerd kan worden aan de Javaanse tradities binnen de adellijke Javaanse families, waarin zwijgzaamheid en zacht (beleefd) spreken een teken van (innerlijke) verfijning zou zijn.
In beginsel golden de nieuwe regels omtrent zedelijk gedrag alleen voor de hogere blanke regionen en zouden pas in een later stadium door Indo-europese bevolkingsgroepen overgenomen worden om op die wijze alsnog een carriere te kunnen maken en om ‘geïntegreerd’ over te kunnen komen. Hieraan kan nog toegevoegd worden dat de zo bekende ‘Indische zwijgzaamheid’ ook gerelateerd kan worden aan de Javaanse tradities binnen de adellijke Javaanse families, waarin zwijgzaamheid en zacht (beleefd) spreken een teken van (innerlijke) verfijning zou zijn.
Het was niet ongewoon en
naderhand in veel gevallen verplicht om als hogergeplaatste medewerker op het
terrein van een plantage of fabriekscomplex woonruimte toebehorend aan de
eigenaren te huren. De werkdagen waren lang en begonnen heel vroeg met een
verplichte pauze van enige uren als de zon z’n hoogste stand had. Daarna ging
het werk weer door op kantoor of op het land. Er werd zeven dagen per week
gewerkt behalve op de vele feestdagen die vanuit Holland waren overgekomen maar
er werd rekening gehouden met de Javaanse en islamitische of Chinese
feestdagen. Dat waren de verplicht vrije dagen die men naar eigen inzicht kon
doorbrengen.
Tijdens de drukke oogstdagen werd er kort gefeest maar na de oogsten en als de voorraden verwerkt waren en op transport zal men iets meer vrije tijd hebben gehad. Casper zal in de voorgaande jaren veel werkervaring op hebben gedaan en had ook aanzien bij de Javaanse medewerkers en vormde zo een belangrijke en soms onmisbare schakel tussen de directie en leiding van de cultuurmaatschappij. Hij werd beloond met een nieuw contract wat ruim voldoende op zou brengen om een gezin te kunnen stichten.
Tijdens de drukke oogstdagen werd er kort gefeest maar na de oogsten en als de voorraden verwerkt waren en op transport zal men iets meer vrije tijd hebben gehad. Casper zal in de voorgaande jaren veel werkervaring op hebben gedaan en had ook aanzien bij de Javaanse medewerkers en vormde zo een belangrijke en soms onmisbare schakel tussen de directie en leiding van de cultuurmaatschappij. Hij werd beloond met een nieuw contract wat ruim voldoende op zou brengen om een gezin te kunnen stichten.
Casper was inmiddels 32 jaar
oud. Er zijn de bekende Indo verhalen dat bijna alle inlandse grootmoeders uit
de paleistuinen van de kratons zouden zijn gekaapt. Maar dat percentage zal
buitengewoon laag zijn geweest. Casper zal rond 1875 verliefd zijn geworden op
de nog zeer jonge en vanzelfsprekend bevallige inlandse schone Bok Djeminem. De
inlandse dochter uit een goed bekend staande familie die in de buurt van S.F.
Tjokrotoeloeng gewoond zullen hebben. In het uitgestrekte en glooiende gebied
van Bojolali aan de voet van vulkaan Merbabu. Een gebied waar de temperaturen
op kunnen lopen tot boven de 35 graden Celsius. Waar het ’s avonds snel donker
wordt en de nachtelijke geluiden zich allerzachtst vermengd zullen hebben met
de zuchten van Casper en Djeminem die samen meer dan veertien kinderen kregen
en negenentwintig jaar samen zouden zijn.
Door de twee nieuwe wetten die
onder druk van de Nederlandse liberalen tot stand waren gekomen liepen vanaf
1873 de staatsinkomsten in Nederland zorgwekkend terug. Op Java daarin tegen
werden jaarlijks nieuwe gebieden ontsloten en nieuwe plantages in cultuur
gebracht. Niet alleen suiker en koffie maar ook tabak en rubber bleken
succesvolle producten. Door wijzigingen in het belastingstelsel trachtte
Nederland weer winsten te genereren met als gevolg dat juist de zo verfoeide
uitbuiting van de inlanders tijdens het cultuurstelsel en de vorm van
koelieordinanties weer terugkeerde. Het waren maatregelen die Casper
voortdurend met de landarbeiders moest doornemen terwijl zijn baas mijnheer van
der Linde plannen maakte voor een flinke uitbreiding van de fabriek.
De protesten van Multatuli en Sicco Roorda tussen 1860 en 1870 hadden in Nederland weinig indruk op de politiek en publieke opinie gemaakt. De suikerindustrie groeide als nooit te voren en er moest winst gemaakt worden. Indië was er voor Nederland en nergens anders voor werd er gezegd. Er werd weinig tot niets gedaan aan de ‘verheffing’ van de inlander en ook de positie van de Indo-Europeanen zou pas na de introductie van de ‘ethische politiek’ enigszins verbeteren.
De protesten van Multatuli en Sicco Roorda tussen 1860 en 1870 hadden in Nederland weinig indruk op de politiek en publieke opinie gemaakt. De suikerindustrie groeide als nooit te voren en er moest winst gemaakt worden. Indië was er voor Nederland en nergens anders voor werd er gezegd. Er werd weinig tot niets gedaan aan de ‘verheffing’ van de inlander en ook de positie van de Indo-Europeanen zou pas na de introductie van de ‘ethische politiek’ enigszins verbeteren.
Vanaf 1870 had de vrijmetselarij zich over heel Java
weten te verspreiden en er werden bibliotheken ingericht, scholen gestart,
pandjeshuizen, weeshuizen en zelfs voedsel en kledingfondsen voor arme
leerlingen waar allicht een flink aantal Indo-europese kinderen mee bereikt
werden. De sociale positie van de Indo-Europeaan bleef kwetsbaar maar Petit a
Petit ontstond er een hogere Indo klasse, een bredere Indo middenklasse met hun
winkeltjes en kleine handelsbedrijfjes en kleiner worden lagere klasse met als
variant de Indo die als halve of als geheel verweesd kind in
opvoedinggestichten werden opgevoed tot Nederlands sprekende christenkinderen
die aan de onderdrukking van het onder de Javanen groeiende nationalisme.
De Indo-Europeanen hadden met
elkaar gemeen dat zij beslist geen werk aannamen wat door inlanders werd
gedaan. Casper had zich boven zijn beide broers uit weten werken en zou in 1890
de algehele leiding over S.F. Tjokrotoeloeng krijgen tot grote tevredenheid van
de vele aandeelhouders. In 1882 zal Casper zeer geschrokken zijn toen zijn
jongste broer Ferdinandus gevangen werd genomen op verdenking van moor op een
pas geboren baby. De arrestatie van Ferdinandus wordt breed uitgemeten in bijna
alle landelijke kranten en er volgt een bizar proces waarin ook de gang van
zaken rond landverhuur werden betrokken en allerhande kwesties die niets maar
dan ook niets met de ‘moord’ op de (dood geboren) baby te maken hadden.
Het leek meer om een showproces te gaan waarbij de rechterlijke macht wilde aantonen dat zij wel degelijk competent waren. Na meer dan ander half jaar werd Ferdinandus vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Ferdinandus was weliswaar aanwezig geweest bij de geboorte maar er kon niet bewezen worden dat hij daadwerkelijk zijn eigen kindje om het leven gebracht zou hebben. Uit de vele kranten artikelen komt vooral naar voren dat Indo-Europeanen zich kennelijk nog op een laag en louche niveau zouden bewegen en dat bepaalde lieden zoals de hoger staande en zeer bekende landhuurders van der Linde en van der Heijde zich (teveel) met hen in zouden laten.
Het leek meer om een showproces te gaan waarbij de rechterlijke macht wilde aantonen dat zij wel degelijk competent waren. Na meer dan ander half jaar werd Ferdinandus vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Ferdinandus was weliswaar aanwezig geweest bij de geboorte maar er kon niet bewezen worden dat hij daadwerkelijk zijn eigen kindje om het leven gebracht zou hebben. Uit de vele kranten artikelen komt vooral naar voren dat Indo-Europeanen zich kennelijk nog op een laag en louche niveau zouden bewegen en dat bepaalde lieden zoals de hoger staande en zeer bekende landhuurders van der Linde en van der Heijde zich (teveel) met hen in zouden laten.
Via het Historische Kranten archief kunnen de
vele artikelen over deze kwestie gevolgd worden. Frederik zou vlak voor de
eeuwwisseling onder achterlating van schulden in het verre Batavia komen te
overlijden. Nog in 1881 verschijnt er in het Semarangse dagblad ‘De Locomotief’
een artikel
waarin het karakter van de ‘Indo’ door een blanke journalist wordt ontleed en
waarin ook de Javanen nog een ferme veeg krijgen. In 1883 zouden de
suikerprijzen een zo ernstige daling doormaken vanwege de concurrentie met de
bietensuiker waarop er een ‘suikercrisis’ ontstond die achteraf bezien een
nieuwe en aangepaste kijk op de financieringen van fabrieken en oogsten zou opleveren die opnieuw grote winsten voor Nederland zou genereren.
Casper heeft de uitbreiding en nieuwbouw van Tjokrotoeloeng tot eind 1899 kunnen begeleiden en de zaken succesvol over kunnen dragen aan een nieuwe administrateur. De veertien kinderen zijn allen geboren en opgegroeid in het grote huis op het Tjokro woonterrein en gingen naar de lagere school in het nabij gelegen stadje Bojolali. Zij zullen een fijne jeugd gehad hebben die zeker niet voor alle Indo kinderen was weggelegd.
Casper heeft de uitbreiding en nieuwbouw van Tjokrotoeloeng tot eind 1899 kunnen begeleiden en de zaken succesvol over kunnen dragen aan een nieuwe administrateur. De veertien kinderen zijn allen geboren en opgegroeid in het grote huis op het Tjokro woonterrein en gingen naar de lagere school in het nabij gelegen stadje Bojolali. Zij zullen een fijne jeugd gehad hebben die zeker niet voor alle Indo kinderen was weggelegd.
De Nederlands Indische
suikerindustrie ontwikkelde zich tot 1930 tot het grootste agrarische
conglomeraat in de wereld waar meer dan anderhalf miljoen mensen werkzaam
waren. Tijdens het onderzoek naar de omstandigheden waarin Casper opgroeide en
uiteindelijk met Djeminem ging samenleven en met haar veertien kinderen kreeg.
Heb ik een groeiende bewondering en warme sympathie voor Casper en Djeminem
gekregen. Ondanks de discriminatie door de blanke bevolking en de vaak
erbarmelijke omstandigheden waarin de Indo-Europeanen leefden heeft Casper met zijn
intelligentie en zijn binnen de ‘suikerindustrie’ gerespecteerd
doorzettingsvermogen zich kunnen ontworstelen aan het anoniem verdwijnen in de
geschiedenis van de industriële revolutie die zich op Java en daarbuiten
voltrok.
De kinderen van Casper en Djeminem waaronder mijn grootmoeder
Charlotte hebben allen een prettige jeugd gehad. Door het overlijden van Casper
en Djeminem kwam hier abrupt een einde aan. Djeminem is niet ouder dan
achtenveertig jaar geworden en Casper overleed op zijn drieënzestigste
verjaardag aan de vooravond van de ‘ethische politiek’ die opnieuw grote
veranderingen op Java en met name in de suikerindustrie met zich mee zou
brengen. Het merendeel van de kinderen was nog zeer jong toen beide ouders
overleden. Charles, Georgius, Reinier en Henri. Vier zonen die allen in de
suikerindustrie werk zouden vinden die bijna geheel opnieuw onderuit zou gaan
tijdens de grote economische wereld crisis van 1930. Tien dochters waarvan de
jongste een week na het overlijden van Djeminem overleed. Negen dochters
waarvan er zes in het huwelijk traden met een echtgenoot die in ‘Suiker’
werkzaam was.
Op foto 10 van de hieronder opgenomen beelden het grote huis te Tjokro. De woning waar het merendeel van de kinderen van Casper en Djeminem zijn geboren en opgegroeid. Ergens in de achtertuin zijn de kleine kruikjes met hun navelstrengen begraven.
Op foto 10 van de hieronder opgenomen beelden het grote huis te Tjokro. De woning waar het merendeel van de kinderen van Casper en Djeminem zijn geboren en opgegroeid. Ergens in de achtertuin zijn de kleine kruikjes met hun navelstrengen begraven.
1852 Een suikerfabriek in Tegal
Onderaan links van het midden S.F. Tjokro Toeloeng
Personeel van een suikerfabriek
1870 Koffieplantage in de buurt van Bojolali
Uitbetaling van de huurgelden
De rietsuiker op Tjokro Toeloeng
De administrateurs woning op het terrein van S.F. Tjokro Toeloeng
Uitzicht op de Merbabu
Kartini met twee zussen
1875 Het onderkomen van de Gouverneur Generaal in Batavia
1880 Soerakarta kraton - De Pendopo ofwel voorhuis van Prins Mankoenegoro die ook suikerfabrieken bezat
Jong Javaans meisje - Soldatenvrouw met Indo kinderen
Weeshuis voor jongens Soerabaja
Gesticht Oranje Nassau van Pa van der Steur in Magelang waar voor het merendeel kinderen woonden met een blanke vader die uit het zicht was verdwenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten