Gedurende de periode die ik
nog nodig heb om aan het Boyolali boek en Julie, een Indisch meisje boek te
werken. Zal ik af en toe enige blogberichten online zetten. Dat bloggen lucht
gewoonweg een beetje op. Mijn gebrek aan kennis vul ik aan met veel
leesmateriaal en boeken die het schrijven over Indië, over mijn moeder Julie en
over onze voorouders op een vaak aangrijpende wijze vertraagd.
Vertraagd door boeken, foto’s, tekeningen, schilderijen en archiefdossiers, vaak mijn dagelijkse en nachtelijke begeleiders. Er zijn immers bijna geen overlevenden meer waar ik mee in gesprek kan gaan.
De in het blog opgenomen afbeeldingen kunnen het best bekeken worden op een PC of Mac met een groot scherm. Klik met je muis op de afbeelding en voila.
Vertraagd door boeken, foto’s, tekeningen, schilderijen en archiefdossiers, vaak mijn dagelijkse en nachtelijke begeleiders. Er zijn immers bijna geen overlevenden meer waar ik mee in gesprek kan gaan.
Met nadruk schrijf ik
weinig over de oorlogen in en rond Indië. Daar zijn ook heden nog veel
wetenschappelijke onderzoekers, journalisten, overlevenden of kinderen van
overlevenden mee bezig. Er hebben zich zeer ernstige kwesties voorgedaan. Zó
ernstig dat de overheid haar archieven grotendeels achter slot en grendel bewaard.
Wat mij fascineert qua
geschiedschrijving is de helaas vaak onderbelichte positie van vrouwen, hun kinderen
en de vele duizenden kinderen met een onbekende Europese
vader. Hoe verliep hun psychosociale ontwikkeling? En wat waren de gevolgen van
de economische ontwikkelingen, de tegenslagen, maar ook de natuurrampen en de periodes
van honger en geweld op hun leven. Hoe
is het hun kinderen vergaan? En hun kleinkinderen?
Mijn interesse gaat ook uit
naar de komst en de vaak ingrijpende gevolgen van de aanwezigheid van de
Hollanders en andere vreemde mogendheden die door de eeuwen heen naar met name
Java kwamen. De pacificatie van Indië heeft immers diepe sporen nagelaten, met
grote gevolgen voor mijn Javaanse en Indo-Europese en Hollandse familieleden.
Sporen die vandaag de dag nog voelbaar zijn omdat er nog veel kwesties niet
opgelost zijn. Zoals de nog immer actuele Indische Kwestie.
Overgrootvader Michiel
Deuning kwam in 1728 met een VOC schip in Batavia aan om vanaf circa 1740 in de
omgeving van Soerakarta samen te gaan wonen met een inlandse vrouw. Zij zouden
kinderen krijgen. Heden 2017 wonen er circa 100 en mogelijk nog eens circa 100 van
hun nazaten, in Nederland, Amerika, Canada, Australië en Nieuw Zeeland. Het
hadden er meer kunnen zijn als bijna 80 familieleden de Japanse bezetting van
Nederlands-Indië hadden overleefd.
Ook na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 overleden
er familieleden. In mei 2017 kreeg ik via een familielid een brief van tante
Dolly aan mijn moeder gericht in handen. Tante Dolly schreef in 1952 dat zij in
achterkamertje woonde zonder inkomen. Als Indo-Europese vrouw had zij geen
schijn van kans op de arbeidsmarkt in het nieuwe Indonesië. Twee jaar later is
Dolly door honger en gebrek aan medische zorg in Bandung overleden. 34 jaar
oud.
Ook mijn Hollandse familietak
heeft sporen nagelaten in Nederlands-Indië. De vader van mijn vader is vanaf
1890 tot 1929 vele malen in Indië geweest. Hij was bootsman op verschillende
marineschepen. Mijn Hollandse grootvader was een stevig drinkende doerak. Hoeveel kinderen zonder zijn naam zouden na zijn
kampongbordeel bezoeken geboren zijn? Zijn schoonzoon, oom Arie was machinist
op een van de eerste duikboten die in Soerabaya in gebruik werd genomen. De
oudere broer van mijn vader, oom Jozef. Heeft vanaf 1942 tot 1945 in diverse
interneringskampen in Indië gevangen gezeten. Hij was officier bij de marine en
zou later een douw (militaire berisping) krijgen. Hij is alsnog kapitein op een
Shelltanker geworden.
Archeoloog en Indoloog Johan van Beeck (1841), de
buurman van mijn overgrootvader Casper Deuning (1843). Kwam in 1871 naar Java en
zou zich niet ver van Boyolali vestigen en in 1922 overlijden. Johan werd in
1871 de buurman en beste vriend van Casper en de suikeroom van de veertien
kinderen die Casper samen met zijn echtgenote Djeminem zou krijgen.
Mijn oma Charlotte (1896), de jongste dochter van Casper en Djeminem en haar echtgenoot Ferdinand van der Steur (1900) hebben Johan in de laatste twee jaar van zijn leven regelmatig opgezocht. Ferdinand was machinist op suikerfabriek Delanggoe. Op circa vijf kilometer van het huis van Johan.
Mijn oma Charlotte (1896), de jongste dochter van Casper en Djeminem en haar echtgenoot Ferdinand van der Steur (1900) hebben Johan in de laatste twee jaar van zijn leven regelmatig opgezocht. Ferdinand was machinist op suikerfabriek Delanggoe. Op circa vijf kilometer van het huis van Johan.
Johan heeft een zeer groot
aantal dagboekachtige schriften met harde kaft nagelaten. Notities van reizen,
archeologische vondsten, ontmoetingen met de oorspronkelijke bewoners van Java,
ontmoetingen met Europeanen waaronder de Hollanders. En ook veel intieme
aantekeningen over zijn liefdesleven (hij was biseksueel) en verslagjes omtrent
de vele vaak bijzondere gasten die soms voor korte of langere tijd in het
logeerhuis op zijn landgoed aan een kali verbleven.
In het aanstaande Boyolali boek (2018) valt veel te lezen over Johan. Zijn geschiedenis en zijn vriendschap met de familie Deuning zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Twee jaar voor zijn overlijden wordt Julie van der Steur geboren. Ook Julie zou een bijzonder leven leiden.
In het aanstaande Boyolali boek (2018) valt veel te lezen over Johan. Zijn geschiedenis en zijn vriendschap met de familie Deuning zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Twee jaar voor zijn overlijden wordt Julie van der Steur geboren. Ook Julie zou een bijzonder leven leiden.
Dit artikel gaat over zijn
enige reis naar Sumatra. Johan was inmiddels 71 jaar oud. In 1912 vertrok Johan
met een mailschip voor twee maanden naar Padang en zou vanuit deze kleine havenstad aan de
westkust van Sumatra, twee tochten ondernemen naar de Padangsche Boven-landen.
Zijn bevindingen worden in het Boyolaliboek opgenomen. Het reisdoel van Johan
was de vondst van een groot aantal beelden en in steen gehouwen teksten uit
omstreeks 1200 in het gebied van Padanggroco.
Ook voor mij was Sumatra
nieuw. Mijn sentiment zal ook verbonden zijn met een spontane huilbui die mij
in de jaren ’80 van de vorige eeuw overkwam toen ik voor het eerst van mijn
leven over de Sumatraanse evenaar vloog.
Via de notities van Johan en andere schrijvers heb ik het oude Java aardig leren kennen. Over de Nederlandse aanwezigheid in Sumatra zijn nog veel boeken te vinden via internetwinkeltjes.
Via de notities van Johan en andere schrijvers heb ik het oude Java aardig leren kennen. Over de Nederlandse aanwezigheid in Sumatra zijn nog veel boeken te vinden via internetwinkeltjes.
De ouders van schoolvriendje
Job kwamen van Sumatra. Zijn ouders hadden daar lang gewoond. Al ver voor 1942
hadden zij zich daar gevestigd. Zij kwamen in 1957 volledig berooid naar
Nederland. Job had warme lieve ouders. Die stil werden als er over hun geliefde
Sumatra werd gesproken.
Job was een nakomertje en groeide in Bussum op. In een zeer Indisch ingericht huis waar de verwarming altijd hoog stond. De moeder van Job keek mij een keer met een warme wat droevige blik aan en zei: Jouw moeder zal vast ook veel mee hebben gemaakt. - Waarom keek ik toen toch zo naar mijn schoenen? Had de moeder van Job door dat mijn moeder eigenlijk nooit wat wilde vertellen over haar verleden in Indië.
Job was een nakomertje en groeide in Bussum op. In een zeer Indisch ingericht huis waar de verwarming altijd hoog stond. De moeder van Job keek mij een keer met een warme wat droevige blik aan en zei: Jouw moeder zal vast ook veel mee hebben gemaakt. - Waarom keek ik toen toch zo naar mijn schoenen? Had de moeder van Job door dat mijn moeder eigenlijk nooit wat wilde vertellen over haar verleden in Indië.
Sumatra zou in Nederland en
Nederlands-Indië vooral bekend worden door het werk en gedrag van de planters
en het uitbuiten van koelies. Begin 1942
viel Japan ook Sumatra binnen. Bijna alle blanken werden relatief snel in
kampen geïnterneerd. Veel overheidsgebouwen, fabriekscomplexen, scholen,
kloosters en zelfs kerken werden als interneringskamp in gebruik genomen.
De haven van Padang zou een
belangrijk aanvoerhaven worden van duizenden geïnterneerde blanken en bijna
honderdduizend Romusha’s vanwege de aanleg van een 220 kilometer lang
spoortraject.
Het doel van de Japanse bezetter was om over een vlotte treinverbinding te kunnen beschikken tussen west en oost Sumatra. De beruchte Pakan Baroe spoorweg. Vanaf eind 1946 was de Nederlandse U-Brigade in Padang aanwezig. Om rust en orde te brengen. Wat niet zo goed gelukt is.
Het doel van de Japanse bezetter was om over een vlotte treinverbinding te kunnen beschikken tussen west en oost Sumatra. De beruchte Pakan Baroe spoorweg. Vanaf eind 1946 was de Nederlandse U-Brigade in Padang aanwezig. Om rust en orde te brengen. Wat niet zo goed gelukt is.
Dit artikel is als een
korte vogelvlucht. Belangrijke links zijn onder de blauwgekleurde woorden te
vinden. De foto’s en montages van foto’s
betreffen de omgeving en de bewoners door de jaren heen. Wij ontmoeten
Hollanders, Indo-Europeanen, en de oorspronkelijke bewoners.
Maar ook Chinezen die er al lang voor de Hollanders woonden. Om handel te drijven. Multatuli ofwel Eduard Douwes Dekker (geb. 1820) kwam in 1842 naar Padang. Na verloop van tijd woonde hij samen met de dertienjarige Si Oepih Keteh. Lees via de link meer over ‘De raadselachtige Multatuli’.
Maar ook Chinezen die er al lang voor de Hollanders woonden. Om handel te drijven. Multatuli ofwel Eduard Douwes Dekker (geb. 1820) kwam in 1842 naar Padang. Na verloop van tijd woonde hij samen met de dertienjarige Si Oepih Keteh. Lees via de link meer over ‘De raadselachtige Multatuli’.
Johan had het katholieke
geloof al in een vroeg stadium van zijn leven afgelegd. Vriend en buurman Casper
Deuning was een traditioneel katholieke man. Tot aan zijn overlijden in 1905.
Het katholieke geloof in Indië werd door een zeer kleine minderheid beleden. Succesvol
waren de katholieke scholen en weeshuizen.
Rond 1940 was 1,3 % van geheel Indië katholiek. Circa 525.000 personen waarvan bijna 480.00 Indonesiërs. Het aantal protestanten was vele malen groter. Natuurlijk waren beide religieuze stromen in Indië vooral aanwezig om zieltjes te winnen. Geert Mak schrijft daar beeldend over in zijn “Eeuw van mijn vader”. De vader van Geert was o.a. jarenlang predikant in Medan. Een stad aan de andere kant van Sumatra.
Rond 1940 was 1,3 % van geheel Indië katholiek. Circa 525.000 personen waarvan bijna 480.00 Indonesiërs. Het aantal protestanten was vele malen groter. Natuurlijk waren beide religieuze stromen in Indië vooral aanwezig om zieltjes te winnen. Geert Mak schrijft daar beeldend over in zijn “Eeuw van mijn vader”. De vader van Geert was o.a. jarenlang predikant in Medan. Een stad aan de andere kant van Sumatra.
In dit artikel beperk ik
mij tot Padang en omgeving. De foto’s die ik in archieven en op het internet
heb gevonden geven een ‘impressie’. Een aantal (bron)boeken die ik gelezen heb
zijn als fotomontage afgebeeld. Zonder erg heb ik mij tijdens mijn
snuffeltochten gericht op katholieke kerken en scholen in Padang.
Het zal te maken hebben met de vraag die ik mij zelf heb gesteld. Waarom waren mijn overgrootouders katholiek? Wat heeft het hen gebracht? Mijn oma en moeder waren beiden rooms-katholiek. Oma Charlotte (geb. 1896) verliet het katholicisme nadat zij in 1935 lid werd van de Indische NSB. Julie haar dochter zou na de traumatische jaren tussen 1942 en 1946 rond 1971 haar katholieke denkbeelden los laten nadat zij psychische problemen kreeg door onverwerkte oorlogservaringen.
Het zal te maken hebben met de vraag die ik mij zelf heb gesteld. Waarom waren mijn overgrootouders katholiek? Wat heeft het hen gebracht? Mijn oma en moeder waren beiden rooms-katholiek. Oma Charlotte (geb. 1896) verliet het katholicisme nadat zij in 1935 lid werd van de Indische NSB. Julie haar dochter zou na de traumatische jaren tussen 1942 en 1946 rond 1971 haar katholieke denkbeelden los laten nadat zij psychische problemen kreeg door onverwerkte oorlogservaringen.
Er werd door de Europese
planters en handelslieden meer dan uitstekend verdiend aan de grondstoffen en
agrarische producten op Sumatra. Miljoenen op een weinig fraaie wijze. Ondanks de vaak grote
tegenstand vanuit de lokale bevolking. Ook in Nederland profiteerde men enorm
van het verdiende geld uit Sumatra.
Er kon daardoor flink uitgepakt worden door
o.a. de katholieke missie. De katholiek missie trachtten naast het winnen van blanke
zieltjes met name de Chinese bevolkingsgroep de kerk binnen te loodsen. Dat is maar gedeeltelijk
gelukt.
Mijn gesnuffel houd ongeveer eind 1949 op. Toen werd de staat Indonesië eindelijk ook door Nederland erkend. In 1950 kon nog geen 8% van de bevolking van Sumatra lezen en schrijven.
Mijn gesnuffel houd ongeveer eind 1949 op. Toen werd de staat Indonesië eindelijk ook door Nederland erkend. In 1950 kon nog geen 8% van de bevolking van Sumatra lezen en schrijven.
De door mij geselecteerde
foto’s geven een incompleet beeld. Een groot aantal foto’s betreft een
Indo-Europese familie waarvan ik de naam niet met zekerheid ken. Het zijn
vermoedelijk leden van de Padangse families Nix - Van Ginkel - Bothello.
Het zijn echter wel een prachtig foto’s die met name hun opgroeiende kinderen laten zien tot vlak voor de Japanse inval. Hoe is het de kinderen op de foto’s vergaan? Hebben zij de oorlog en de ‘Bersiap’ in 1945 overleefd?
Het zijn echter wel een prachtig foto’s die met name hun opgroeiende kinderen laten zien tot vlak voor de Japanse inval. Hoe is het de kinderen op de foto’s vergaan? Hebben zij de oorlog en de ‘Bersiap’ in 1945 overleefd?
Het bestuderen van foto’s,
schilderijen, de archeologische vondsten en het lezen van boeken over ‘Ons
Indië’ werkt ook voor mij als een soms bijna therapeutische reis door het
verleden van mijn Indo-Europese en Javaanse voorouders.
Natuurlijk spelen ook mijn Nederlands-Duitse voorouders een rol. En wat ben ik nou eigenlijk? Een Hollandse jongen met ver weg gestopt Javaans bloed? Of een groot gegroeide Javaan in een Hollandse jas?
Natuurlijk spelen ook mijn Nederlands-Duitse voorouders een rol. En wat ben ik nou eigenlijk? Een Hollandse jongen met ver weg gestopt Javaans bloed? Of een groot gegroeide Javaan in een Hollandse jas?
Vanaf circa 1500 kwam de
Islam naar Java en omstreken. De VOC bracht het christelijke gedachtengoed mee.
Het toen nog voor 90% beboste Java was één grote Hindoeïstische beeldentuin met
tempels als verbindende factoren. De Indiërs, Chinezen, Islamieten en
Christenen zouden de Indische archipel ingrijpend veranderen.
Mijn volgende blogartikel
zal gaan over erotiek en seksualiteit in Indië. Seks, daar deden ook mijn
Javaanse en Hollandse voorouders aan. En ook hun kinderen, vrienden, kennissen
en buren. De Hollanders brachten behalve hun geslachtsdrift eveneens hun wetten,
morele en religieuze principes mee naar een land wat zich stap voor stap los
zou maken van het libertijnse hindoeïsme waar openlijke ‘lustbeleving’
onderdeel was van de ‘geheimen’ van het ‘hogere’ spirituele leven.
Mocht het zo zijn dat ik
foto’s heb opgenomen waar rechten op rusten terwijl ik alles in het werk heb
gesteld om de rechthebbenden op te sporen. Dan spijt mij dat en stuur dan een
bericht naar: allebewijzen@gmail.com
Er woonden ook Joodse families in Nederlands-Indië o.a. ook op Sumtra.
Lees via de link meer:
Lees via de link meer:
In Padang 1942 werd het Missiecomplex al snel een interneringskamp.