Juli - 1926-2016 Op vakantie naar Poedjon
wat heden Pujon heet. Julie is dan bijna 6 jaar oud. Zij staat op de foto als
nr. 2 in het rijtje. Voor haar staat haar broertje Boy (Gerard van der Steur).
Omdat ik eigenlijk bijzonder weinig wist over Nederlands-Indië. Heb ik de
laatste jaren meer dan 100 boeken over het oude Indië gelezen. Duizenden foto's
bekeken. Honderden oude kranten, wetenschappelijke artikelen doorgenomen. Op
bezoek geweest in tientallen oude archieven. Tientallen mails verstuurd en bijzondere en soms zeer emotionele antwoorden gekregen op mijn blog artikeltjes. Veel gesprekken gevoerd met Indië kenners.
Indië is dag en nacht in mij aanwezig. Ondanks dat ik afwisselend in Nederland en Afrika woon en werk. Langzaam maar zeker krijgt het boek over Julie vorm. De geschiedenis van Julie is immers omgeven met grotere en dan weer kleinere geschiedenissen. Waaronder de geschiedenissen van de families waar Julie en ik dus ook, uit voort zijn gekomen. Vraag mij niet wanneer het manuscript klaar is :)
Indië is dag en nacht in mij aanwezig. Ondanks dat ik afwisselend in Nederland en Afrika woon en werk. Langzaam maar zeker krijgt het boek over Julie vorm. De geschiedenis van Julie is immers omgeven met grotere en dan weer kleinere geschiedenissen. Waaronder de geschiedenissen van de families waar Julie en ik dus ook, uit voort zijn gekomen. Vraag mij niet wanneer het manuscript klaar is :)
Elke dag ben ik er mee bezig naast mijn gewone werk. Het schrijven heeft mij innerlijk behoorlijk veranderd. Had nooit beseft dat mijn doen en laten zo beïnvloed zou zijn door mijn dacht ik Hollands- Indisch DNA wat dus een vooral Duits/Javaanse oorsprong heeft.
Tijdens de eerste tien jaar van Julie's
leven maakte zij stap voor stap kennis met de etnisch zeer diverse Indische
samenleving. Zij maakte ook kennis met de raciale rangen en standen. Het viel
Julie op dat zij op de Europeesche School leerde dat iedereen gelijk zou zijn.
Maar dat de realiteit van het leven op Java volslagen tegengesteld was aan
hetgeen zij leerde. Er was een voor haar al jong herkenbaar ‘systeem’ met als
primaire doelstelling geld verdienen.
Julie groeide op in een sprookjesachtige
omgeving. Rijstvelden, oude tempels, vulkanen, bossen, kleine en grote
rivieren, mysterieuze verhalen en leerde al jong Haags spreken om met de
familie te kunnen spreken en Maleis om de bedienden aanwijzingen te kunnen
geven. Julie leerde stiekem Javaanse talen om met de inlandse kinderen in de
buurt te kunnen spelen.
Vanaf 1930 door een zeer heftige
economische crisis verloren haar ouders hun goed betaalde positie. Zij moesten
het grote huis verlaten. En woonden enige jaren in een zeer klein huisje. Pas
toen opa naar de Filipijnen en India vertrok om aldaar in de suiker te werken
kregen Julie en haar broertje het voor korte tijd iets beter.
Nederlands-Indië was honderden jaren een
uiterst belangrijke inkomstenbron voor Nederland. Een mooi boek over hoe de
overweldigende inkomsten tot stand kwamen is Roofstaat van Ewald Vanvugt. Zelf
overweeg ik om ook maar zo'n boek te schrijven maar dan heet het Doofpotstaat.
Want naast het roven is Nederland nog veel beter in het doofpotten.
Een huidig voorbeeld is de nog steeds niet
afgewikkelde 'Backpay affaire' ofwel een meer dan 3 miljard grote schuld van de
staat aan de duizenden Nederlands-Indischen die tijdens en na de bezetting van
Nederlands-Indië door Japan geen salarissen hebben gekregen en al hun
bezittingen hadden verloren en naar Nederland moesten vluchten. Deze affaire is
nog steeds niet naar behoren afgewikkeld.
In het afgelopen jaar heb ik verscheidene
keren Peggy Stein van het Indisch Platform en haar collega's op de zaak in Amsterdam
100den telefoontjes en mails zien beantwoorden aan overlevenden die na 70 jaar
een tegemoetkoming tegemoet konden zien.
Het bedrijf van Peggy lag maanden lang 'plat' omdat de reacties op het gebaar van de staatssecretaris veel emoties opriepen bij de nog levende uitkeringsgerechtigden maar ook bij hun nabestaanden. Het team van Peggy Stein heeft voortreffelijk werk geleverd. Dat vertel ik graag rond.
Het bedrijf van Peggy lag maanden lang 'plat' omdat de reacties op het gebaar van de staatssecretaris veel emoties opriepen bij de nog levende uitkeringsgerechtigden maar ook bij hun nabestaanden. Het team van Peggy Stein heeft voortreffelijk werk geleverd. Dat vertel ik graag rond.
Julie is met haar toen nog jonge ouders
drie navolgende jaren naar bergdorp Poedjon op vakantie geweest. In 1925, 1926
en voor het laatst in 1927. Het bos en waterrijke vakantieoord Poedjon heet nu
Pujon en is omringd door vulkanen. Het werd vroeger een 'gezondheidsgebied'
genoemd.
Als de suikeroogst in de suikerfabriek Delanggu verwerkt was ging mijn opa er graag jagen terwijl oma voor mijn moeder en haar broertje zorgde. Opa en oma huurden graag een bungalowtje op het terrein van Hotel Huize Justina. Oom Rein is de broer van oma. Die kwam ook mee met zijn vrouw en dochtertje Cecile.
Als de suikeroogst in de suikerfabriek Delanggu verwerkt was ging mijn opa er graag jagen terwijl oma voor mijn moeder en haar broertje zorgde. Opa en oma huurden graag een bungalowtje op het terrein van Hotel Huize Justina. Oom Rein is de broer van oma. Die kwam ook mee met zijn vrouw en dochtertje Cecile.
Op de foto bij de lokale waterval is opa
helemaal links te zien. Oma ligt voor hem. Oom Rein Deuning draagt een rond
brilletje. De vrouw van oom Rein heeft de foto gemaakt. Het andere echtpaar is
mij onbekend. Poedjon werd hoofdzakelijk bezocht door goed gesitueerde Hollanders
en Indo-Europeanen. De echte rijken hadden hun eigen vakantievilla's.
Maar naar Poedjon kunnen gaan was al behoorlijk sjiek. Vooral oma voelde zich daar graag als een dame van stand en zij had haar handen vol aan de toen al opstandige Julie die graag haar eigen weg ging. Het is ook nooit iets geworden tussen moeder en dochter.
Maar naar Poedjon kunnen gaan was al behoorlijk sjiek. Vooral oma voelde zich daar graag als een dame van stand en zij had haar handen vol aan de toen al opstandige Julie die graag haar eigen weg ging. Het is ook nooit iets geworden tussen moeder en dochter.
Peggy Stein en ik zijn van de tweede
generatie Indo’s. Beiden hadden wij getraumatiseerde maar sterke ouders. Als
Indo kinderen zijn wij ingehouden emotioneel. Dat is de tik die wij van huis
mee kregen. Wat soms erg onhandig kan zijn in het keiharde Nederland van
vandaag.
Toch beseffen wij te weinig dat de eerste generatie Indo’s die naar Nederland kwamen (als vluchtelingen) een geweldige prestatie hebben geleverd. Door relatief geruisloos te integreren. Hun stille kracht is het waard om positief door te geven aan de generaties na ons. Dat is onze eigen backpay! En nog wat. De onvermoeibaarheid van Peggy inspireert mij zeer
Toch beseffen wij te weinig dat de eerste generatie Indo’s die naar Nederland kwamen (als vluchtelingen) een geweldige prestatie hebben geleverd. Door relatief geruisloos te integreren. Hun stille kracht is het waard om positief door te geven aan de generaties na ons. Dat is onze eigen backpay! En nog wat. De onvermoeibaarheid van Peggy inspireert mij zeer
Links onder op kantoor bij Peggy Stein die vanaf december 2015 tot ver in 2016 samen met haar medewerkers duizenden reactie's per telefoon en mail hebben verwerkt naar aanleiding van een uitkering door de overheid rond de Backpay claim
Nice article
BeantwoordenVerwijderen