Eindelijk mocht ik in augustus 2015 na veel brieven en vragen uit Den Haag de supergeheime dossiers in het Nationaal Archief zien. Een zaal met veel witte formica tafels. Met zwijgende lezers die dikke dossiers uit genummerde kartonnen dozen doornemen. De vriendelijk maar afstandelijk ogende en zwijgzame bewaker zat kalm op mijn vingers kijkend op twee meter afstand.
Er mag niets gekopieerd worden. Je mag alleen een potlood en een notitieblok bij je hebben. Overschrijven mag wel. Toen ik tijdens het lezen van de voor mij volledig onbekende informatie rood aanliep keek ik even verloren de bewaker aan. Zijn toch wel begrijpende blik ging de andere kant op. Hij zal het vaker meegemaakt hebben dat bezoekers van slag raken. Ik vroeg mij af of ik wel verder wilde lezen. De inhoud is intiem en huiveringwekkend. Het betreft immers mijn moeder. Deze dag begreep ik waarom Julie nooit heeft kunnen spreken over haar oorlogsjaren.
Ik voelde mij duizelig, misselijk en aangeslagen. En later boos worden tijdens het lezen van de zogenaamde getuigenverklaringen uit Bandoeng die bol stonden van 'horen zeggen' en een goed beeld gaven van het geroddel, de achterklap en het verraad binnen de Indo gemeenschap die niet in de kampen had verbleven.
Julie had vanaf juni 1942 tot april 1943 deelgenomen aan verzetsactiviteiten in Bandoeng. In april 1943 werd Julie verraden en verschillende malen gevangen gezet. Dan weer een korte periode huisarrest met verhoren in haar kamer en vervolgens weer een korte detentie. Na het gedwongen bijwonen van onthoofdingen en martelingen van met name Ambonese medegevangenen werd Julie voor de keuze gesteld. Onthoofding van haar moeder en andere familie en het weghalen van haar twee kinderen of deelnemen aan spionage voor de Kempeitai en de inlandse Politieke Inlichtingen Dienst.
Uit de dossiers in het Nationaal Archief blijkt dat Julie niet de enige Indo-Europese vrouw was die in werd gezet voor spionage of andere vormen van informatieverstrekking aan de Japanners. Of anderzijds aan de Indische politie de P.I.D. Die zeer nauw samenwerkte met de uitstekend georganiseerde Japanners. Er zullen duizenden Indo-Europeanen geweest zijn die niet in de interneringskampen verbleven en bewust of onbewust informatie verstrekt hebben aan vriendelijke inlandse buren of kennissen. Die de verkregen informatie vervolgens discreet door gaven aan de P.I.D. en de Kempeitai.
Julie heeft op 7 augustus 1946 op acht getypte A4tjes gedetailleerd verslag gedaan over de periode mei 1943 tot augustus 1945. Na een korte detentie, verhoren, verkrachtingen en mishandelingen en poging tot zelfmoord dwong de Kempeitai haar inlichtingen te verzamelen. Met name officieren van de Duitse U-Bootdienst die de Sakura bar's in Batavia bezochten, moesten afgeluisterd en bewerkt worden.
Julie vertrok eind juli 1943 na een zelfmoord poging onder dwang met een groepje geronselde vrouwen naar Batavia. Het groepje stond onder leiding van een Nederlandse mevrouw die speciaal vanuit Batavia naar Bandoeng was gekomen om blanke en Indo vrouwen te werven. Julie zou te werk gesteld worden in de Tsugara Bar niet ver van de Sluisbrug. En aldaar als animeermeisje onder de schuilnaam Conchita werken. Julie bleek na een aantal verhoren en verkrachtingen in juni in Bandoeng zwanger te zijn. Haar dikker wordende buik maakte haar ongeschikt om in de bar te blijven werken.
December 1943 werd Julie 'overgeplaatst' naar Cheribon waar zij als secretaresse en 'persoonlijk assistente' van directeur Dr. Okuda op de "Mestfabriek Java" kantoorwerk moest doen. De nachten en weekeinden was Julie verplicht om in het huis van Okuda aan de Kedjaksaan 18 te verblijven. In maart 1944 werd de baby dood geboren. In hoeverre de twee bij de bevalling aanwezige Indo vrouwen mee hebben geholpen bij het overlijden van de baby is onduidelijk.
Pas toen de bommen op Hiroshima en Nagasaki in augustus 1945 waren gevallen begreep ook Dr. Okuda dat Japan de oorlog had verloren. Julie mocht weg en belande met een vrijbrief van Okuda in het uiterst onrustige Batavia waar zij opnieuw moest onderduiken.
Het flinke dossier zal de opzet van het boek ingrijpend veranderen. Vele pagina's zullen herschreven moeten worden. De tot zover ontbrekende periode van mei 1943 tot augustus 1945 heeft Julie op 7 augustus 1946 nauwgezet beschreven in het langdurig verhoor door de toenmalige geheime dienst. De NEFIS ofwel de Netherlands Forces Intelligence Service.
Toen Julie in 2001 overleed had zij een dunne kartonnen dossiermap voor mij achter gelaten. Met daarop mijn naam in zwierig handschrift en de tekst 'Alle belangrijke bewijsstukken'. Meer dan tien jaar lag de map onaangeroerd in mijn bureaula. Als zoon moest ik mij eerst trachten te bevrijden uit de soms beklemmende en somber makende herinneringen die het opgroeien bij Julie en mijn in 1995 overleden vader Anton hadden veroorzaakt.
En is dat gelukt, ben ik 'vrij'? Immers, die rotoorlogen in Nederland en Indië hebben een grote rol gespeeld in het steeds maar groeiende gezin van Anton en Julie. Ik ben geboren aan het begin van de 'grijze' jaren vijftig. In een gezin wat gedomineerd werd door twee culturen. In de periode toen het Nederland van mijn vader zich herstelde van de gevolgen van de 1940-1945 oorlog en het Indonesië van mijn gevluchte moeder zich na een bittere strijd en onder grote internationale druk in 1949 los had weten te maken van Nederland.
Het verhaal over Julie laat zich lezen zoals het recept voor een te bereiden Indische spekkoek. Het verhaal is opgebouwd uit vele laagjes met historische ingrediënten uit Nederlands-Indië, Nederland en vele andere landen. Julie is geboren op Java. Onderdeel van een voormalige kolonie waar de Nederlanders meer dan 350 jaar aanwezig zijn geweest. En waar onze Duits-Nederlandse stamvader rond 1728 in de haven van Batavia wat nu Jakarta heet, aan zou meren en in Semarang een gezin zou stichten.
Vanaf 1945 vertrokken er meer dan 350.000 Nederlanders of 'gemengdbloedigen' naar een vaderland waar het merendeel nooit eerder was geweest. Een land wat zij alleen maar kenden uit verhalen. Naar een land wat niet écht zat te wachten op deze grote toevloed van voor het merendeel bruin getinte immigranten.
De boekpublicatie zal een andere structuur hebben dan deze blog berichten. De in dit blog opgenomen artikelen zijn het resultaat van nog niet afgesloten onderzoek of eigenlijk een zoektocht en zullen wat dit blog betreft ingaan op de geschiedenis van Julie in Nederlands-Indië en later in Nederland. Anders dan het boek biedt dit blog de gelegenheid foto's te bekijken en door te 'linken' naar andere website's die als bron hebben gediend of nadere toelichting geven.
In dit blog ligt het accent niet op de bekende Indische Tempo Doeloe sfeer waarin gedroomd wordt over het oude Indië en het vaak geromantiseerde verleden. Het accent ligt op verdringing, ontkenning en relativering van een soms bitter en zwaarmoedig stemmend verleden en de invloed die dit heeft gehad op Julie's leven en daardoor ook op haar kinderen en verdere nakomelingen.
De in dit blog verkorte impressies uit het leven van Julie worden afgewisseld met feiten die soms een geheel nieuw licht werpen op de reeds bekende verhalen uit Nederlands-Indië die door mythe vorming, ontkenning maar ook relativering achteraf kleuren kregen die in die periode nooit werden gebruikt.
Pas vanaf de jaren '60 kreeg Nederland weer kleur. De welvaart nam toe. De opbouw van het land als gemeenschap met dezelfde regels en wetten werd minder belangrijk. Het individu mocht zich laten zien. Het werd 'ik ben' of 'ik wil'. Er kwamen nieuw immigranten vanaf de jaren '60. Immigranten die zich zeker niet zo makkelijk en stilzwijgend zouden vestigen als de Indo's. Zij worden allochtonen genoemd.
En bij ons thuis? Was het wel een thuis, bij moeder Julie en vader Anton? Daar heersten twee culturen. De dominante Hollandse cultuur van Anton en de bescheiden verfijnd aandoende maar onderliggend eigenzinnige en trotse Indo-Europeese cultuur van Julie. Met aanvullingen en kleine verwijzingen van haar moeder Charlotte die regelmatig een paar maanden in huis woonde en dan, na woorden met Anton weer voor een paar maanden verdween om pas later vanaf het midden van de jaren zestig volledig in te trekken.
Er was door de aanwezigheid van oma Charlotte altijd, die bijna ongrijpbare Indische zweem in huis. De warme geur van een Indische kruiden die wat onverschillig in potjes en zakjes in de buurt van de grote pannen met Hollandse pot stonden. Oma, vertel toch eens over vroeger? Ach, dat is al zo lang geleden en zo ver van Holland vandaan. Ik ging op vijftien jarige leeftijd het huis uit. Het was mij thuis te benauwd geworden. Ik was opstandig geworden en had afstand nodig. Om te kunnen ontdekken wie ik zélf was. Ik kon mij onvoldoende identificeren met Pa. Hij was geen vaderfiguur voor mij. En Ma vond ik geen moederfiguur. Het was geen moeder die na schooltijd met een kopje thee op de kinderen wachtte. Pa en Ma waren altijd aan het werk. 's Avonds was er vermoeidheid en ver weg was er onuitspreekbaar verdriet, weemoed en onverwerkt verlies.
Mijn ouders waren niet zoals de ouders van mijn vrienden. In hun huizen zag ik een soort warmte en geborgenheid die mij vaak in verwarring bracht. Waarom kon het bij mij thuis niet zó zijn vroeg ik mij dan af? Welke plaats nam ik in tussen de zeven zusters en zes broers? Ik was vijftien "heb ik dan niets meer over je te zeggen" vroeg Julie toen ik aankondigde uit huis te vertrekken. Jaren later zou ik vanuit de verte wat dichterbij te komen. Om te luisteren, te vragen en te begrijpen. Ma vertel eens, wat is er vroeger toch gebeurd? Met Pa, en met jou? Met jouw vader en wat voor mensen waren jou grootvaders en grootmoeders?
Vader Anton sprak veel maar vertelde eigenlijk weinig. Hij sprak over de 'grote economische crisis' in de jaren dertig en de tweede wereldoorlog in de vorige eeuw. Over zijn jarenlange verzet tegen de Duitsers in Amsterdam, tijdens de oorlog. Julie was zwijgzaam en gesloten. Maar áls Julie vertelde dan waren het vaak korte en indrukwekkende en veelal zeer gedetailleerde flarden van kindergeluk op de suikerplantage waar zij met haar haar ouders en broertje woonden. En later heftige maar summiere mededelingen over de zware beproevingen tijdens de bezetting van Java door de Japanners.
Door de jaren heen verzamelde ik de korte verhalen als puzzelstukjes die zich pas later zouden voegen tot het onvolmaakte beeld wat ik nu heb. En beeld wat bijna dagelijks wordt aangevuld door nieuwe informatie uit correspondentie, onderzoek en terugkerende herinneringen.
Er bevonden zich wat foto's in de kartonnen map die ik in 2001 ongelezen in mijn bureaula had gelegd. Tussen de stapel papieren bevond zich een schrift met een kartonnen kaft 'Thailand 1996'. Julie was toen op weg naar Indonesië maar durfde uiteindelijk niet door te reizen. In dit schrift las ik het begin van een door Julie begonnen autobiografie waarin de hoofdpersonen waaronder haar overgrootouders, haar grootouders en ouders gefingeerde namen kregen. In de verkleurde map bevinden zich circa veertig brieven en 'doorslagen' van getypte brieven en wat handgeschreven brieven die Julie 'bewijstukken' noemden. Brieven van en aan Anton, aan of over de kinderen en getypte brieven aan haar broer en haar halfzusters en broers die Julie enige jaren voor haar overlijden zou leren kennen.
Pas in 2011 was er voldoende emotionele afstand om de weinige brieven en documenten door te nemen. Het zeer beperkte aantal foto's en de korte alinea's uit haar brieven schetsen een beeld van haar onrustige jeugd en de verschrikkingen tijdens de Japanse bezetting van 1942 tot 1945 met daarna de Bersiap-periode toen de Indonesische Nationalisten het roer in Indonesië over wilden nemen. In het najaar van 1946 vertrok Julie met haar twee jonge kinderen en haar moeder naar Nederland. Naar een onbekend en geruïneerd land waar Julie als 26jarige oorlogsweduwe bepaald niet met open armen werd ontvangen.
Dit blog is de gedeeltelijke weergave van een tocht door het verleden van Julie aangevuld met de toenmalige actualiteiten en bevat als voorpublicatie verkorte schetsen uit een nog samen te stellen boekpublicatie waarin met name de geschiedenis van Julie en de mensen om haar heen vanuit een psychoanalytisch perspectief wordt beschreven. Met specifieke aandacht voor 'verdringing' en 'ontkenning' en de gevolgen hiervan.
Een andere rol speelt ook het 'relativeren' van hetgeen gebeurd was. De drie genoemde afweermechanismen spelen een grote rol bij de behoefte om te willen 'vergeten' maar vragen ook veel energie die tot geestelijke uitputting en depressies kunnen leiden. Vanaf het begin van de jaren '70 in de vorige eeuw had Julie steeds vaker terugkerende korte en langere perioden met depressies en had grote moeite haar verdriet maar ook boosheid over hetgeen haar in het verleden was overkomen onder woorden te brengen.
Juist door het alsmaar relativeren en het ontkennen (ach, het viel wel mee, anderen hebben het zwaarder gehad) zorgde verdringing voor emotionele onbereikbaarheid en steeds langer durende 'verdriet perioden' bij Julie. Waarbij Julie zich afsloot voor haar directe omgeving en zich verstopte in haar atelier.
Het tekortschieten van de taal om te kunnen overbrengen wat was doorgemaakt is een terugkerend thema in het werk van Dr. Hans Keilson. Het is een thema wat ook op gaat voor de in Indonesië geboren Indo's die volgens de Nederlandse overheid zo 'succesvol en geruisloos' zijn geïntegreerd in de naoorlogse Nederlandse samenleving. Julie en de auteur van dit blog hebben Hans Keilson als therapeut gekend. Dit blog is geschreven in de geest van de uitspraken die Hans Keilson in een interview* deed.
Het wezen van de psychoanalyse is dat je op de bank ligt en vrijuit associeert zonder ook maar iets te verzwijgen.
Je moet precies de dingen die je niet graag hoort over jezelf kunnen zeggen, zodat je weet wat er in je leeft.
Je moet eerlijk zijn tegenover jezelf, ook al schaam je je dood voor je gedachten.
De uitspraken van Dr. Keilson zijn de basis voor de aanstaande blogberichten. Wie was Julie? Wat is haar overkomen? Het is een onderzoek naar achtergronden en een zoektocht naar het begrijpen van een intelligente en artistieke vrouw met een multiculturele achtergrond die in een door economische crisissen en oorlogen geplaagde wereld naar eenvoudig 'geluk' zocht.
Alinea's uit de brieven van Julie zijn aangevuld met teksten uit krantartikelen waarin Julie over zichzelf verteld. In het blog worden telkens momentopnames opgenomen die zich later tot een geheel zullen vormen. De traumatische gebeurtenissen tussen 1941 en 1946 gaan vooraf aan een onrustige periode waarin Julie opgroeit en volwassen wordt. In 1940 en in 1941 krijgt Julie twee kinderen. Na aankomst 1946 zal Julie enige jaren later voor de tweede keer trouwen en nog eens 12 kinderen krijgen. In 1992 besluit Julie van Anton te scheiden en vertrekt naar Italië.
Ondanks de ook bij Julie zo bekende Indische zwijgzaamheid heeft Julie tijdens de laatste 20 jaar van haar leven momenten gehad waarin zij iets meer los liet dan voorheen. Het geheugen is niet altijd even betrouwbaar maar foto's, agenda's, boeken, kranten, archieven, filmmateriaal en de gesprekken met kinderen, vrienden en kennissen van Julie brengen weer veel geschiedenissen tot leven. Langzaam bouwen zich de laagjes op, net zoals bij het maken van een spekkoek ofwel Lapis Legit.
De omgeving waar Julie is opgeroeid heeft een uitzonderlijk rijke culturele geschiedenis die vele jaren ouder is dan Nederland. Miljoenen jaren oude vulkanen die op gezette tijden actief werden zorgden voor een uiterst vruchtbare bodem. Er bevinden zich eeuwen oude tempelcomplexen met verborgen mythische verhalen waar Julie al heel jong veel over hoorde en ook vaak op bezoek is geweest. Paleizen waar de Sultanaten zich hadden gevestigd met landerijen die plantage's werden waar Julie's voorouders zijn geboren. Java was het eerste eiland in Indië waar Nederlanders en andere Europeanen veel geld verdienden en zich daarnaast vermengden met de lokale bevolking.
Al bij aankomst van de VOC schepen rond 1600 begon de vermenging met de lokale bevolking. De eerste Indo-Europeanen waren al geboren uit de Portugezen in de jaren daarvoor. Er werd handel gedreven, er kwamen havens, verharde wegen en spoorlijnen. Er werden plantages aangelegd en fabrieken gebouwd. Er ontstonden Europese en Chinese wijken tussen de kampongs in de almaar groter groeiende steden. De rond 1900 geïntroduceerde Ethische Politiek zou de samenleving in Nederlands-Indië van meer gelijkheid en welvaart moeten voorzien.
Het verhaal van Julie begint op Java rond 1840 in de omgeving van Soeracarta. Het was de periode van het landrentestelsel daarna volgen het cultuurstelsel en de ethische politiek. Meer dan 1000 jaar geleden werden er grote en kleine boeddhistische tempels gebouwd. Met de komst van de Islam op Java en de omringende eilanden werden er vele grote en kleine moskeeën gebouwd. Later kwamen er de kerken en kloosters en er werden verharde wegen aangelegd en steden met flinke Hollandse gebouwen en grote en kleine huizen in Hollandse stijl.
Hollandse invloeden in een land met een bevolking die al duizenden jaren op de vele eilanden woonden en die hun eigen animistische tradities zouden vermengen met nieuwe religies en door buitenlanders opgelegde wetten. Julie groeide op in een Nederlands-Indisch gezin. Een Indo-Europeese familie.
Als Julie, eenmaal in Nederland aangekomen en opnieuw een gezin sticht worden deze 'roots' opnieuw doorgegeven. Er wonen heden circa 1 miljoen mensen in Nederland met gedeeltelijk Indisch DNA. In het huidige Indonesië wonen volgens schattingen meer dan 7 miljoen personen met Hollandse roots. In 1920 het geboortejaar van Julie, was het oude Indië al meer dan 300 jaar de belangrijkste externe inkomstenbron van Nederland. Een zeer gering aantal witte Europeanen had de leiding over meer dan 70 miljoen 'onderdanen'.
De gemengdbloedigen zoals de familie van de moeder van Julie bevonden zich op een lager (wettelijk) niveau. Bij gebrek aan een heldere cultuurpolitiek vanuit Nederland lag de nadruk op geld verdienen en onderdrukking van de lokale bevolkingen en zeker niet op het in stand houden van het culturele erfgoed.
Hoe donkerder de huid des te minder kansen op een 'goede functie' tussen de blanke overheersers. Er waren wetten en regels om de blanke Europeanen te bevoordelen t.o.v de Indo's of inheemse bewoners. De verontwaardiging was groot in Nederland toen de Japanners steeds dichterbij kwamen. Dwz Nederland was al bezet door de Duitsers maar de vlot naar Engeland 'uitgeweken' Nederlandse regering vond toch nog tijd en de wijsheid om in 1941 de oorlog aan Japan te verklaren.
In 1942 werd Nederlands-Indië binnen een paar maanden door de Japanners bezet. De Japanners wisten eigenijk niet zo goed wat zij aan moesten met de gevangen genomen Nederlanders. De Nederlanders waren immers hun 'Vaderland' al kwijt aan de Duitsers. De Nederlanders die in kampen werden opgesloten weigerden zich als 'verslagen' volk aan te passen aan de regels van de Japanse bezetters. De Indonesiërs waren in eerste instantie blij dat zij van de Hollanders af waren. De gemengdbloedige 'Indo's' werden niet in kampen opgesloten maar hadden als 'buitenkamper' een buitengewoon onzeker bestaan en werden door de Japanners, Indonesiërs en Nederlanders gewantrouwd want waren zij Europeanen of Indonesiërs?
Er kwam een nieuwe vlag in 1942. De Nederlandse scholen gingen dicht en het Nederlands werd afgeschaft men moest een nieuwe taal leren en de zeden en gewoontes van de Japanners leren accepteren. De blanke Nederlanders werden in afgeschermde wijken of kampen opgesloten en de meer dan 200.000 'gemengdbloedigen' moesten kiezen. Indonesiër worden of ook het kamp in. Dat werden de 'buitenkampers'. Omdat Julie er zo Indisch uitzag en over de juiste papieren kon beschikken werd zij niet geïnterneerd.
Julie bleef buiten de voor de Europeanen ingerichte kampen. Er volgde voor Julie alsnog vier jaar van verraad, vluchten, vernederingen, gevangenneming en vele ontberingen voordat zij haar kinderen weer bij zich zou hebben. Julie was vanwege het uitdelen van voedsel (de Japanners beschouwden dat als een verzetsdaad) in 1943 mogelijk verraden door een nichtje. Na het einde van de Japanse bezetting werd Julie door verschillende Indo's die wél in de kampen hadden verbleven voor Jappenhoer uitgemaakt omdat zij buiten de kampen had weten te overleven?
Vanaf 1945 probeerde Nederland weer het 'gezag' in Nederlands-Indië te herstellen maar de Indonesiërs wilden niet opnieuw 'bezet' worden. Zeker niet door de Hollanders die immers van de Japanners hadden verloren toen het er op aan kwam. Opnieuw volgde een periode van vervolging, opsluiting, honger, ziekte en grote onzekerheid voor de Nederlanders de Indo's maar ook voor de Indonesiërs. In Julie's bescheiden dossiermap bevinden zich ook brieven omtrent haar scheiding in 1992 van Anton, haar tweede echtgenoot.
Uit de brieven in het mapje valt op te maken hoe bijzonder goed het geheugen van Julie was. Details uit haar leven na aankomst in Nederland werden moeiteloos opgeschreven tot eind jaren '90. Dit in tegenstelling tot haar geslotenheid over de periode's van haar leven van vóór 1947. De brieven die Julie in 1999 aan haar broer Boy schreef lichten de sluiers van het verleden opnieuw enigermate op.
De kinderen van Julie en Anton groeiden op met ouders die beiden een zeer verschillende culturele achtergrond hadden. Julie en Anton hebben beiden een andere oorlog meegemaakt. Zij hebben een onvergelijkbare jeugd gehad die ook binnen hun relatie een grote rol zou spelen. Samen kregen zij twaalf kinderen. Julie had al twee kinderen en Anton had reeds vijf kinderen uit eerder relaties. Er zijn heden meer dan vijftig kleinkinderen. In hoeverre de gebeurtenissen en trauma's uit het verleden van Anton en Julie effekt op hun kinderen en kleinkinderen hebben is een ander verhaal.
In dit blog wordt de geheimzinnigheid en terughouding rond de achtergrond van Julie afgewisseld met de soms heftige verhalen die Anton over 'zijn' oorlog en de grote vooroorlogse crisis vertelde. Over zijn leven van vóór en tijdens de oorlog was net zoals over het leven van Julie niet veel bekend. Hun beider jeugd, hun oorlogservaringen en het Nederland van ná de oorlog hebben echter een groot individueel effekt op hun opgroeiende kinderen gehad. De magere inhoud van de bruine dossiermap van Julie is een lange en bijzondere reis geworden door het verleden van Julie en vele anderen. Een verleden wat met zekerheid ook in het DNA van hun kinderen en hun kleinkinderen te vinden zal zijn.
Julie hield o.a. van de gedichten van Leo Vroman hieronder twee citaten:
Er mag niets gekopieerd worden. Je mag alleen een potlood en een notitieblok bij je hebben. Overschrijven mag wel. Toen ik tijdens het lezen van de voor mij volledig onbekende informatie rood aanliep keek ik even verloren de bewaker aan. Zijn toch wel begrijpende blik ging de andere kant op. Hij zal het vaker meegemaakt hebben dat bezoekers van slag raken. Ik vroeg mij af of ik wel verder wilde lezen. De inhoud is intiem en huiveringwekkend. Het betreft immers mijn moeder. Deze dag begreep ik waarom Julie nooit heeft kunnen spreken over haar oorlogsjaren.
Ik voelde mij duizelig, misselijk en aangeslagen. En later boos worden tijdens het lezen van de zogenaamde getuigenverklaringen uit Bandoeng die bol stonden van 'horen zeggen' en een goed beeld gaven van het geroddel, de achterklap en het verraad binnen de Indo gemeenschap die niet in de kampen had verbleven.
Julie had vanaf juni 1942 tot april 1943 deelgenomen aan verzetsactiviteiten in Bandoeng. In april 1943 werd Julie verraden en verschillende malen gevangen gezet. Dan weer een korte periode huisarrest met verhoren in haar kamer en vervolgens weer een korte detentie. Na het gedwongen bijwonen van onthoofdingen en martelingen van met name Ambonese medegevangenen werd Julie voor de keuze gesteld. Onthoofding van haar moeder en andere familie en het weghalen van haar twee kinderen of deelnemen aan spionage voor de Kempeitai en de inlandse Politieke Inlichtingen Dienst.
Uit de dossiers in het Nationaal Archief blijkt dat Julie niet de enige Indo-Europese vrouw was die in werd gezet voor spionage of andere vormen van informatieverstrekking aan de Japanners. Of anderzijds aan de Indische politie de P.I.D. Die zeer nauw samenwerkte met de uitstekend georganiseerde Japanners. Er zullen duizenden Indo-Europeanen geweest zijn die niet in de interneringskampen verbleven en bewust of onbewust informatie verstrekt hebben aan vriendelijke inlandse buren of kennissen. Die de verkregen informatie vervolgens discreet door gaven aan de P.I.D. en de Kempeitai.
Julie heeft op 7 augustus 1946 op acht getypte A4tjes gedetailleerd verslag gedaan over de periode mei 1943 tot augustus 1945. Na een korte detentie, verhoren, verkrachtingen en mishandelingen en poging tot zelfmoord dwong de Kempeitai haar inlichtingen te verzamelen. Met name officieren van de Duitse U-Bootdienst die de Sakura bar's in Batavia bezochten, moesten afgeluisterd en bewerkt worden.
Julie vertrok eind juli 1943 na een zelfmoord poging onder dwang met een groepje geronselde vrouwen naar Batavia. Het groepje stond onder leiding van een Nederlandse mevrouw die speciaal vanuit Batavia naar Bandoeng was gekomen om blanke en Indo vrouwen te werven. Julie zou te werk gesteld worden in de Tsugara Bar niet ver van de Sluisbrug. En aldaar als animeermeisje onder de schuilnaam Conchita werken. Julie bleek na een aantal verhoren en verkrachtingen in juni in Bandoeng zwanger te zijn. Haar dikker wordende buik maakte haar ongeschikt om in de bar te blijven werken.
December 1943 werd Julie 'overgeplaatst' naar Cheribon waar zij als secretaresse en 'persoonlijk assistente' van directeur Dr. Okuda op de "Mestfabriek Java" kantoorwerk moest doen. De nachten en weekeinden was Julie verplicht om in het huis van Okuda aan de Kedjaksaan 18 te verblijven. In maart 1944 werd de baby dood geboren. In hoeverre de twee bij de bevalling aanwezige Indo vrouwen mee hebben geholpen bij het overlijden van de baby is onduidelijk.
Pas toen de bommen op Hiroshima en Nagasaki in augustus 1945 waren gevallen begreep ook Dr. Okuda dat Japan de oorlog had verloren. Julie mocht weg en belande met een vrijbrief van Okuda in het uiterst onrustige Batavia waar zij opnieuw moest onderduiken.
Het flinke dossier zal de opzet van het boek ingrijpend veranderen. Vele pagina's zullen herschreven moeten worden. De tot zover ontbrekende periode van mei 1943 tot augustus 1945 heeft Julie op 7 augustus 1946 nauwgezet beschreven in het langdurig verhoor door de toenmalige geheime dienst. De NEFIS ofwel de Netherlands Forces Intelligence Service.
Toen Julie in 2001 overleed had zij een dunne kartonnen dossiermap voor mij achter gelaten. Met daarop mijn naam in zwierig handschrift en de tekst 'Alle belangrijke bewijsstukken'. Meer dan tien jaar lag de map onaangeroerd in mijn bureaula. Als zoon moest ik mij eerst trachten te bevrijden uit de soms beklemmende en somber makende herinneringen die het opgroeien bij Julie en mijn in 1995 overleden vader Anton hadden veroorzaakt.
Het verhaal over Julie laat zich lezen zoals het recept voor een te bereiden Indische spekkoek. Het verhaal is opgebouwd uit vele laagjes met historische ingrediënten uit Nederlands-Indië, Nederland en vele andere landen. Julie is geboren op Java. Onderdeel van een voormalige kolonie waar de Nederlanders meer dan 350 jaar aanwezig zijn geweest. En waar onze Duits-Nederlandse stamvader rond 1728 in de haven van Batavia wat nu Jakarta heet, aan zou meren en in Semarang een gezin zou stichten.
Vanaf 1945 vertrokken er meer dan 350.000 Nederlanders of 'gemengdbloedigen' naar een vaderland waar het merendeel nooit eerder was geweest. Een land wat zij alleen maar kenden uit verhalen. Naar een land wat niet écht zat te wachten op deze grote toevloed van voor het merendeel bruin getinte immigranten.
Dit blog zijn schrijfsels of eigenlijk aantekeningen die ik maak tijdens tijdens mijn soms zeer aangrijpende onderzoeksreis naar het verleden van Julie van der Steur, mijn moeder. Het onderzoek is begin 2011 gestart en levert telkens weer nieuwe feiten en wetenswaardigheden op die de voorgenomen publicatie van het boek over Julie vertragen.
In dit blog ligt het accent niet op de bekende Indische Tempo Doeloe sfeer waarin gedroomd wordt over het oude Indië en het vaak geromantiseerde verleden. Het accent ligt op verdringing, ontkenning en relativering van een soms bitter en zwaarmoedig stemmend verleden en de invloed die dit heeft gehad op Julie's leven en daardoor ook op haar kinderen en verdere nakomelingen.
De in dit blog verkorte impressies uit het leven van Julie worden afgewisseld met feiten die soms een geheel nieuw licht werpen op de reeds bekende verhalen uit Nederlands-Indië die door mythe vorming, ontkenning maar ook relativering achteraf kleuren kregen die in die periode nooit werden gebruikt.
Pas vanaf de jaren '60 kreeg Nederland weer kleur. De welvaart nam toe. De opbouw van het land als gemeenschap met dezelfde regels en wetten werd minder belangrijk. Het individu mocht zich laten zien. Het werd 'ik ben' of 'ik wil'. Er kwamen nieuw immigranten vanaf de jaren '60. Immigranten die zich zeker niet zo makkelijk en stilzwijgend zouden vestigen als de Indo's. Zij worden allochtonen genoemd.
En bij ons thuis? Was het wel een thuis, bij moeder Julie en vader Anton? Daar heersten twee culturen. De dominante Hollandse cultuur van Anton en de bescheiden verfijnd aandoende maar onderliggend eigenzinnige en trotse Indo-Europeese cultuur van Julie. Met aanvullingen en kleine verwijzingen van haar moeder Charlotte die regelmatig een paar maanden in huis woonde en dan, na woorden met Anton weer voor een paar maanden verdween om pas later vanaf het midden van de jaren zestig volledig in te trekken.
Er was door de aanwezigheid van oma Charlotte altijd, die bijna ongrijpbare Indische zweem in huis. De warme geur van een Indische kruiden die wat onverschillig in potjes en zakjes in de buurt van de grote pannen met Hollandse pot stonden. Oma, vertel toch eens over vroeger? Ach, dat is al zo lang geleden en zo ver van Holland vandaan. Ik ging op vijftien jarige leeftijd het huis uit. Het was mij thuis te benauwd geworden. Ik was opstandig geworden en had afstand nodig. Om te kunnen ontdekken wie ik zélf was. Ik kon mij onvoldoende identificeren met Pa. Hij was geen vaderfiguur voor mij. En Ma vond ik geen moederfiguur. Het was geen moeder die na schooltijd met een kopje thee op de kinderen wachtte. Pa en Ma waren altijd aan het werk. 's Avonds was er vermoeidheid en ver weg was er onuitspreekbaar verdriet, weemoed en onverwerkt verlies.
Mijn ouders waren niet zoals de ouders van mijn vrienden. In hun huizen zag ik een soort warmte en geborgenheid die mij vaak in verwarring bracht. Waarom kon het bij mij thuis niet zó zijn vroeg ik mij dan af? Welke plaats nam ik in tussen de zeven zusters en zes broers? Ik was vijftien "heb ik dan niets meer over je te zeggen" vroeg Julie toen ik aankondigde uit huis te vertrekken. Jaren later zou ik vanuit de verte wat dichterbij te komen. Om te luisteren, te vragen en te begrijpen. Ma vertel eens, wat is er vroeger toch gebeurd? Met Pa, en met jou? Met jouw vader en wat voor mensen waren jou grootvaders en grootmoeders?
Vader Anton sprak veel maar vertelde eigenlijk weinig. Hij sprak over de 'grote economische crisis' in de jaren dertig en de tweede wereldoorlog in de vorige eeuw. Over zijn jarenlange verzet tegen de Duitsers in Amsterdam, tijdens de oorlog. Julie was zwijgzaam en gesloten. Maar áls Julie vertelde dan waren het vaak korte en indrukwekkende en veelal zeer gedetailleerde flarden van kindergeluk op de suikerplantage waar zij met haar haar ouders en broertje woonden. En later heftige maar summiere mededelingen over de zware beproevingen tijdens de bezetting van Java door de Japanners.
Door de jaren heen verzamelde ik de korte verhalen als puzzelstukjes die zich pas later zouden voegen tot het onvolmaakte beeld wat ik nu heb. En beeld wat bijna dagelijks wordt aangevuld door nieuwe informatie uit correspondentie, onderzoek en terugkerende herinneringen.
Er bevonden zich wat foto's in de kartonnen map die ik in 2001 ongelezen in mijn bureaula had gelegd. Tussen de stapel papieren bevond zich een schrift met een kartonnen kaft 'Thailand 1996'. Julie was toen op weg naar Indonesië maar durfde uiteindelijk niet door te reizen. In dit schrift las ik het begin van een door Julie begonnen autobiografie waarin de hoofdpersonen waaronder haar overgrootouders, haar grootouders en ouders gefingeerde namen kregen. In de verkleurde map bevinden zich circa veertig brieven en 'doorslagen' van getypte brieven en wat handgeschreven brieven die Julie 'bewijstukken' noemden. Brieven van en aan Anton, aan of over de kinderen en getypte brieven aan haar broer en haar halfzusters en broers die Julie enige jaren voor haar overlijden zou leren kennen.
Pas in 2011 was er voldoende emotionele afstand om de weinige brieven en documenten door te nemen. Het zeer beperkte aantal foto's en de korte alinea's uit haar brieven schetsen een beeld van haar onrustige jeugd en de verschrikkingen tijdens de Japanse bezetting van 1942 tot 1945 met daarna de Bersiap-periode toen de Indonesische Nationalisten het roer in Indonesië over wilden nemen. In het najaar van 1946 vertrok Julie met haar twee jonge kinderen en haar moeder naar Nederland. Naar een onbekend en geruïneerd land waar Julie als 26jarige oorlogsweduwe bepaald niet met open armen werd ontvangen.
Dit blog is de gedeeltelijke weergave van een tocht door het verleden van Julie aangevuld met de toenmalige actualiteiten en bevat als voorpublicatie verkorte schetsen uit een nog samen te stellen boekpublicatie waarin met name de geschiedenis van Julie en de mensen om haar heen vanuit een psychoanalytisch perspectief wordt beschreven. Met specifieke aandacht voor 'verdringing' en 'ontkenning' en de gevolgen hiervan.
Een andere rol speelt ook het 'relativeren' van hetgeen gebeurd was. De drie genoemde afweermechanismen spelen een grote rol bij de behoefte om te willen 'vergeten' maar vragen ook veel energie die tot geestelijke uitputting en depressies kunnen leiden. Vanaf het begin van de jaren '70 in de vorige eeuw had Julie steeds vaker terugkerende korte en langere perioden met depressies en had grote moeite haar verdriet maar ook boosheid over hetgeen haar in het verleden was overkomen onder woorden te brengen.
Juist door het alsmaar relativeren en het ontkennen (ach, het viel wel mee, anderen hebben het zwaarder gehad) zorgde verdringing voor emotionele onbereikbaarheid en steeds langer durende 'verdriet perioden' bij Julie. Waarbij Julie zich afsloot voor haar directe omgeving en zich verstopte in haar atelier.
Het tekortschieten van de taal om te kunnen overbrengen wat was doorgemaakt is een terugkerend thema in het werk van Dr. Hans Keilson. Het is een thema wat ook op gaat voor de in Indonesië geboren Indo's die volgens de Nederlandse overheid zo 'succesvol en geruisloos' zijn geïntegreerd in de naoorlogse Nederlandse samenleving. Julie en de auteur van dit blog hebben Hans Keilson als therapeut gekend. Dit blog is geschreven in de geest van de uitspraken die Hans Keilson in een interview* deed.
Het wezen van de psychoanalyse is dat je op de bank ligt en vrijuit associeert zonder ook maar iets te verzwijgen.
Je moet precies de dingen die je niet graag hoort over jezelf kunnen zeggen, zodat je weet wat er in je leeft.
Je moet eerlijk zijn tegenover jezelf, ook al schaam je je dood voor je gedachten.
De uitspraken van Dr. Keilson zijn de basis voor de aanstaande blogberichten. Wie was Julie? Wat is haar overkomen? Het is een onderzoek naar achtergronden en een zoektocht naar het begrijpen van een intelligente en artistieke vrouw met een multiculturele achtergrond die in een door economische crisissen en oorlogen geplaagde wereld naar eenvoudig 'geluk' zocht.
Alinea's uit de brieven van Julie zijn aangevuld met teksten uit krantartikelen waarin Julie over zichzelf verteld. In het blog worden telkens momentopnames opgenomen die zich later tot een geheel zullen vormen. De traumatische gebeurtenissen tussen 1941 en 1946 gaan vooraf aan een onrustige periode waarin Julie opgroeit en volwassen wordt. In 1940 en in 1941 krijgt Julie twee kinderen. Na aankomst 1946 zal Julie enige jaren later voor de tweede keer trouwen en nog eens 12 kinderen krijgen. In 1992 besluit Julie van Anton te scheiden en vertrekt naar Italië.
Ondanks de ook bij Julie zo bekende Indische zwijgzaamheid heeft Julie tijdens de laatste 20 jaar van haar leven momenten gehad waarin zij iets meer los liet dan voorheen. Het geheugen is niet altijd even betrouwbaar maar foto's, agenda's, boeken, kranten, archieven, filmmateriaal en de gesprekken met kinderen, vrienden en kennissen van Julie brengen weer veel geschiedenissen tot leven. Langzaam bouwen zich de laagjes op, net zoals bij het maken van een spekkoek ofwel Lapis Legit.
De omgeving waar Julie is opgeroeid heeft een uitzonderlijk rijke culturele geschiedenis die vele jaren ouder is dan Nederland. Miljoenen jaren oude vulkanen die op gezette tijden actief werden zorgden voor een uiterst vruchtbare bodem. Er bevinden zich eeuwen oude tempelcomplexen met verborgen mythische verhalen waar Julie al heel jong veel over hoorde en ook vaak op bezoek is geweest. Paleizen waar de Sultanaten zich hadden gevestigd met landerijen die plantage's werden waar Julie's voorouders zijn geboren. Java was het eerste eiland in Indië waar Nederlanders en andere Europeanen veel geld verdienden en zich daarnaast vermengden met de lokale bevolking.
Al bij aankomst van de VOC schepen rond 1600 begon de vermenging met de lokale bevolking. De eerste Indo-Europeanen waren al geboren uit de Portugezen in de jaren daarvoor. Er werd handel gedreven, er kwamen havens, verharde wegen en spoorlijnen. Er werden plantages aangelegd en fabrieken gebouwd. Er ontstonden Europese en Chinese wijken tussen de kampongs in de almaar groter groeiende steden. De rond 1900 geïntroduceerde Ethische Politiek zou de samenleving in Nederlands-Indië van meer gelijkheid en welvaart moeten voorzien.
Het verhaal van Julie begint op Java rond 1840 in de omgeving van Soeracarta. Het was de periode van het landrentestelsel daarna volgen het cultuurstelsel en de ethische politiek. Meer dan 1000 jaar geleden werden er grote en kleine boeddhistische tempels gebouwd. Met de komst van de Islam op Java en de omringende eilanden werden er vele grote en kleine moskeeën gebouwd. Later kwamen er de kerken en kloosters en er werden verharde wegen aangelegd en steden met flinke Hollandse gebouwen en grote en kleine huizen in Hollandse stijl.
Hollandse invloeden in een land met een bevolking die al duizenden jaren op de vele eilanden woonden en die hun eigen animistische tradities zouden vermengen met nieuwe religies en door buitenlanders opgelegde wetten. Julie groeide op in een Nederlands-Indisch gezin. Een Indo-Europeese familie.
Als Julie, eenmaal in Nederland aangekomen en opnieuw een gezin sticht worden deze 'roots' opnieuw doorgegeven. Er wonen heden circa 1 miljoen mensen in Nederland met gedeeltelijk Indisch DNA. In het huidige Indonesië wonen volgens schattingen meer dan 7 miljoen personen met Hollandse roots. In 1920 het geboortejaar van Julie, was het oude Indië al meer dan 300 jaar de belangrijkste externe inkomstenbron van Nederland. Een zeer gering aantal witte Europeanen had de leiding over meer dan 70 miljoen 'onderdanen'.
De gemengdbloedigen zoals de familie van de moeder van Julie bevonden zich op een lager (wettelijk) niveau. Bij gebrek aan een heldere cultuurpolitiek vanuit Nederland lag de nadruk op geld verdienen en onderdrukking van de lokale bevolkingen en zeker niet op het in stand houden van het culturele erfgoed.
Hoe donkerder de huid des te minder kansen op een 'goede functie' tussen de blanke overheersers. Er waren wetten en regels om de blanke Europeanen te bevoordelen t.o.v de Indo's of inheemse bewoners. De verontwaardiging was groot in Nederland toen de Japanners steeds dichterbij kwamen. Dwz Nederland was al bezet door de Duitsers maar de vlot naar Engeland 'uitgeweken' Nederlandse regering vond toch nog tijd en de wijsheid om in 1941 de oorlog aan Japan te verklaren.
In 1942 werd Nederlands-Indië binnen een paar maanden door de Japanners bezet. De Japanners wisten eigenijk niet zo goed wat zij aan moesten met de gevangen genomen Nederlanders. De Nederlanders waren immers hun 'Vaderland' al kwijt aan de Duitsers. De Nederlanders die in kampen werden opgesloten weigerden zich als 'verslagen' volk aan te passen aan de regels van de Japanse bezetters. De Indonesiërs waren in eerste instantie blij dat zij van de Hollanders af waren. De gemengdbloedige 'Indo's' werden niet in kampen opgesloten maar hadden als 'buitenkamper' een buitengewoon onzeker bestaan en werden door de Japanners, Indonesiërs en Nederlanders gewantrouwd want waren zij Europeanen of Indonesiërs?
Er kwam een nieuwe vlag in 1942. De Nederlandse scholen gingen dicht en het Nederlands werd afgeschaft men moest een nieuwe taal leren en de zeden en gewoontes van de Japanners leren accepteren. De blanke Nederlanders werden in afgeschermde wijken of kampen opgesloten en de meer dan 200.000 'gemengdbloedigen' moesten kiezen. Indonesiër worden of ook het kamp in. Dat werden de 'buitenkampers'. Omdat Julie er zo Indisch uitzag en over de juiste papieren kon beschikken werd zij niet geïnterneerd.
Julie bleef buiten de voor de Europeanen ingerichte kampen. Er volgde voor Julie alsnog vier jaar van verraad, vluchten, vernederingen, gevangenneming en vele ontberingen voordat zij haar kinderen weer bij zich zou hebben. Julie was vanwege het uitdelen van voedsel (de Japanners beschouwden dat als een verzetsdaad) in 1943 mogelijk verraden door een nichtje. Na het einde van de Japanse bezetting werd Julie door verschillende Indo's die wél in de kampen hadden verbleven voor Jappenhoer uitgemaakt omdat zij buiten de kampen had weten te overleven?
Vanaf 1945 probeerde Nederland weer het 'gezag' in Nederlands-Indië te herstellen maar de Indonesiërs wilden niet opnieuw 'bezet' worden. Zeker niet door de Hollanders die immers van de Japanners hadden verloren toen het er op aan kwam. Opnieuw volgde een periode van vervolging, opsluiting, honger, ziekte en grote onzekerheid voor de Nederlanders de Indo's maar ook voor de Indonesiërs. In Julie's bescheiden dossiermap bevinden zich ook brieven omtrent haar scheiding in 1992 van Anton, haar tweede echtgenoot.
Uit de brieven in het mapje valt op te maken hoe bijzonder goed het geheugen van Julie was. Details uit haar leven na aankomst in Nederland werden moeiteloos opgeschreven tot eind jaren '90. Dit in tegenstelling tot haar geslotenheid over de periode's van haar leven van vóór 1947. De brieven die Julie in 1999 aan haar broer Boy schreef lichten de sluiers van het verleden opnieuw enigermate op.
De kinderen van Julie en Anton groeiden op met ouders die beiden een zeer verschillende culturele achtergrond hadden. Julie en Anton hebben beiden een andere oorlog meegemaakt. Zij hebben een onvergelijkbare jeugd gehad die ook binnen hun relatie een grote rol zou spelen. Samen kregen zij twaalf kinderen. Julie had al twee kinderen en Anton had reeds vijf kinderen uit eerder relaties. Er zijn heden meer dan vijftig kleinkinderen. In hoeverre de gebeurtenissen en trauma's uit het verleden van Anton en Julie effekt op hun kinderen en kleinkinderen hebben is een ander verhaal.
In dit blog wordt de geheimzinnigheid en terughouding rond de achtergrond van Julie afgewisseld met de soms heftige verhalen die Anton over 'zijn' oorlog en de grote vooroorlogse crisis vertelde. Over zijn leven van vóór en tijdens de oorlog was net zoals over het leven van Julie niet veel bekend. Hun beider jeugd, hun oorlogservaringen en het Nederland van ná de oorlog hebben echter een groot individueel effekt op hun opgroeiende kinderen gehad. De magere inhoud van de bruine dossiermap van Julie is een lange en bijzondere reis geworden door het verleden van Julie en vele anderen. Een verleden wat met zekerheid ook in het DNA van hun kinderen en hun kleinkinderen te vinden zal zijn.
Julie hield o.a. van de gedichten van Leo Vroman hieronder twee citaten:
Ach, laten wij het leed dat men ons deed, vergeten,
God zal het allemaal wel weten
De laatste regels uit het gedicht Vrede uit ‘Slaapwandelen' 1957 passen meer bij haar echtgenoot Anton die tijdens de oorlog in Amsterdam verbleef.
Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.
We gaan op reis naar Tropisch Nederland
Het handschrift van Julie 1999 met de tekst die op de dossiermap staat
Pas op hoge leeftijd liet Julie iets méér los.
Bijvoorbeeld in de binnenzijde van een boek
Hieronder een 'kladje' gevonden in een schrift. Circa 20 pagina's van een script wat een aanzet zou moeten worden tot een biografie in boekvorm.
Julie is er in 1996 in Thailand aan begonnen. Zij schreef het in de Engelse taal. Vermoedelijk om 'emotioneel afstand' te kunnen houden van de
pijnlijke ervaringen maar ook vanwege het grote gemis van haar
geboorteland waar zij zo dichtbij was maar niet naar toe durfde te gaan.
1996 - Het boek over Julie zal met deze pagina beginnen.
San Remo 8 december 2000
Julie en haar vriend Carlo Maglitto in Bangkok 1996
1988 Amsterdam, Anton en Julie
1969 December - Julie met Marco de laatst geboren baby
Julie midden jaren '60 in haar kleine thuis-reclamebureau
Eind december 1959 komt na jaren van moeilijkheden het gezin van
Gerard van der Steur vanuit Java in Amsterdam aan met de ss Zuiderkruis.
Gerard is de broer van Julie en werd Boy genoemd.
Het gezin was nooit eerder in Nederland geweest.
1959 Aankomst in Amsterdam. Links Boy van der Steur en naast hem Julie.
Boy en Julie hadden elkaar voor het laatst in Jakarta oktober 1946 gezien.
Boy heeft van 1943 tot 1945 als Romusha - dwangarbeider onder
de Japanse bezetters moeten werken.
1959 December - Julie met negen kinderen.
De oudste twee kinderen staan niet op deze foto en er zouden
nog drie kinderen geboren worden in 1960, 1964 en 1969
Amsterdam 1952 Anton en Julie
Soerabaja - April 1940 William en Julie
1937 Julie aan de Merdikaweg - Bandoeng
Julie circa 1927 - In de buurt van Solo ofwel Soerakarta
het zal het enige recept in dit blog zijn!
1942 Oorlog
Wat een bijzondere geschiedenis, wat een bijzonder meisje is Julie. Blijf schrijven William. Ik ben heel benieuwd.
BeantwoordenVerwijderenWat een mooie vrouw was Julie!
BeantwoordenVerwijderenEn wat een enorm heftige & traumatische geschiedenis heeft zij achter de rug, wat verschrikkelijk zeg!
Ennnn wat een enorm aantal kinderen heeft zij gebaard zeg, dat is niet niks!
~
Ik vrees dat dit ook is wat mijn opa en oma is overkomen, hoewel ze het nooit zó duidelijk hebben geformuleerd als de quote hieronder.
Zelf zou ik het omschrijven & mogelijk voelen, indien ik zoiets zou ervaren als:
=> Door IEDEREEN in de steek gelaten, eenzaam, verraden & uitgekotst:
"In 1942 werd Nederlands-Indië binnen een paar maanden door de Japanners bezet. De Japanners wisten eigenijk niet zo goed wat zij aan moesten met de gevangen genomen Nederlanders. De Nederlanders waren immers hun 'Vaderland' al kwijt aan de Duitsers. De Nederlanders die in kampen werden opgesloten weigerden zich als 'verslagen' volk aan te passen aan de regels van de Japanse bezetters. De Indonesiërs waren in eerste instantie blij dat zij van de Hollanders af waren. De gemengdbloedige 'Indo's' werden niet in kampen opgesloten maar hadden als 'buitenkamper' een buitengewoon onzeker bestaan en werden door de Japanners, Indonesiërs en Nederlanders gewantrouwd want waren zij Europeanen of Indonesiërs?"
Super verdrietig en uiteraard onterecht dat men zo behandeld en aangekeken werd, men kan er immers niets aan doen uit wie men geboren wordt! Of wie en waar de (achter-) grootouders etc vandaan komen!
Ik had zo graag gewild dat mijn familie anders was geweest, niet omdat ze Indisch waren maar omdat ze net als velen die klote poppetjes nadeden/ opvolgden (vaak aapjes):
"HOREN, ZIEN & ZWIJGEN"
Ik HAAT ze!
Zwijgen is écht Niet Altijd Goud en Goed, integendeel!
Want de (lange termijn negatieve) gevolgen zijn namelijk voor de kinderen en de kleinkinderen - hopelijk niet nóg verder :(
Bedankt voor het schrijven en delen van alles hier, ik deel het wederom met een aantal leden van mijn grote (& deels onbekende) familie. Ik weet dat een aantal dit enorm kunnen waarderen, maar ben ook bang dat een aantal... dit niet willen "weten", lezen & doorgaan met t Horen, Zwijgen en zelfs het Zien proberen te vervangen...!
Sad but true.
Met vriendelijke groet,
van Marcia, een mede pinda & blijkbaar 3e graads oorlogsslachtoffer..!